Vereniging
zalige Jan van Ruusbroec

vzw



Ook Ruusbroecvereniging genoemd

Ontdek de weg om thuis te komen
in de christelijke spirituele en mystieke traditie

Eenenzestigste editie van Mystieke lectuur:

Johannes Evangelista van 's Hertogenbosch

Het Ryck Godts inder Zielen oft binnen u lieden - Aflevering 2

Welkom beste luisteraars van Radio Maria op deze bijdrage van Mystieke Lectuur. Dit programma presenteert sterke en diepe teksten van heiligen en van mystieke auteurs voornamelijk over de intieme (gebeds)relatie met God; Pareltjes vanuit onze rijke schat aan Christelijke spirituele traditie.

In de vorige editie hebben we het eerste hoofdstuk gelezen van een werk van Johannes Evangelista van 's Hertogenbosch. Hij was een Capucijn uit de 16e-17e eeuw, afkomstig uit 's Hertogenbosch. Heel jong werd hij benoemd tot guardiaan, wat reeds veelzeggend is over de persoon zelf en zijn spirituele diepgang. Guardiaan was hij van een klooster in Mechelen, en onderwees thevens geruime tijd aan de Leuvense Universiteit. Hij zal in Leuven sterven tijdens een pestepidemie.

Hij wordt in sommige kringen de Sint-Jan-van-het-Kruis van de Nederlanden genoemd. Dat is misschien wat overtrokken, zeker wat betreft de poëtische kant van de zaak, maar hij weet wel heel toegankelijke, verhelderende en zelfs sterke beelden te vinden om te helpen aanvoelen waarover hij ons wil onderrichten. Zijn teksten zullen qua inhoud lichter zijn en makkelijker te volgen dan deze die we de laatste tijd hebben gelezen, toch zijn ze niet minder leerrijk, en is het zeker gepast om dieper in te gaan op de rijke boodschap die deze spirituele auteur aan ons wil doorgeven.

In het eerste hoofdstuk van "Het Ryck Godts inder Zielen oft binnen u-lieden" dat we in de vorige editie van Mystieke Lectuur hebben gelezen, hebben we weinig of geen commentaar gegeven. Dat willen we nu toch doen rond een paar belangrijke aspecten die deze tekst onderlijnt.

Lees het vervolg van de uitzending of Luister naar deze bijdrage

Het Ryck Godts inder Zielen</br> oft binnen u-lieden

Over dit initiatief

De bijdragen van Mystieke Lectuur worden gebracht door priester Paul Van der Stuyft, moderator van de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec. Het is een vzw die werd opgericht met het oog mensen te helpen leven zoals God het voorzien of gepland heeft.

Ze wil uiteraard heel in het bijzonder haar leden ondersteunen in hun innerlijk leven en apostolaat.

Dat doen we aan de hand van inzichten en raadgevingen die vele heiligen en mystiekers ons hebben nagelaten.

Zoals de naam van onze vereniging doet vermoeden, doen we dat onder andere met de zeer diepe en rijke teksten van de zalige Jan van Ruusbroec.

We willen geen grote theorieën rond de oren slaan, maar stellen ons met een ontvankelijk hart open voor het Woord van God.
Dat Woord heeft gedurende meer dan 20 eeuwen zoekende mensen aangesproken en geraakt. Velen hebben zich er spiritueel aan gevoed, en hebben er met hun leven van getuigd.

De literatuur die we lezend proberen te begrijpen en te duiden, heeft generaties mensen geholpen om dichter te komen bij het mysterie van ons christelijk geloof.

De vereniging wil haar steentje bijdragen bij het bekendmaken van deze christelijke spirituele schat door sessies, retraites, recollecties, lezingen, enz.

Het Centrum zalige Jan van Ruusbroec is de zetel van onze vereniging, en is eveneens de plaats waar een deel van onze activiteiten doorgaan.

Zicht vanuit de tuin op de pastorie en de kerk

Vervolg van deze bespreking van Johannes Evangelista


We overlopen nog even de hoofdpunten van zijn werk om ons geheugen op te frissen, of voor degenen die de vorige editie niet hebben gehoord. In die tekst hekelt Johannes Evangelista van 's Hertogenbosch de fundamentele onwetendheid van de mens over zijn ware doel en bestemming, namelijk de vereniging met God. De tekst is diepgaand spiritueel en theologisch, en het is nuttig om de kernpunten en de context ervan te duiden. Want ze zijn nog steeds actueel voor ons vandaag.

... zulke kennis is een fundament waarop men elke oefening kan bouwen, volgens de impuls die men persoonlijk ervaart. En zonder dat kan men geen vorderingen maken en houdt geen oefening stand. Daaruit komen alle trappen en het geestelijk proces van een deugdelijk leven voort. Alle Schriften getuigen daarvan; alle geestelijke zinnen liggen er immers in verborgen. svgµ

Dit eerste hoofdstuk dient dus als een krachtige en confronterende inleiding, waarin de auteur de lezer onmiddellijk wijst op de meest tragische tekortkoming van de mens, nl. het vergeten van zijn ultieme doel: de vereniging met God.

De auteur stelt dat de ergste onwetendheid erin bestaat dat men het doel van zijn bestaan niet kent. Zonder dit doel (de telos genoemd in het Grieks) kan men niet adequaat handelen; men dwaalt door het leven als een boogschutter die het doelwit niet ziet.

Dit resoneert sterk met de moderne zoektocht naar zingeving. In een tijd waarin mensen vaak gedefinieerd worden door hun carrière, bezittingen of sociale media-identiteit, herinnert de auteur ons aan de katholieke leer dat de mens is geschapen voor God. De Catechismus van de Katholieke Kerk leert dat God de mens roept tot de zaligheid en de volmaakte gelukzaligheid, die bestaat in het zien van God, de zalige aanschouwing (visio beatifica in het Latijn).

De auteur gebruikt de natuur als een contrast: alle schepselen – aarde, water, sterren – kennen en vervullen hun natuurlijke bestemming volmaakt. Alleen de mens, begiftigd met rede, faalt hierin en gedraagt zich "tegengesteld" aan zijn bestemming. Dit is de blindheid en dwaasheid van de kinderen van Adam.

De auteur introduceert de term "Het Rijk Gods" (naar het Evangelie volgens Lucas hst. 17: v. 20-21: "het Rijk Gods is binnen in u") en stelt dit gelijk aan de volmaakte vereniging van de ziel met God. Dit Rijk is niet een uiterlijke, aardse utopie, maar een innerlijke staat van genade en orde.

De interpretatie van het Rijk Gods als een innerlijke, subjectieve realiteit is diep geworteld in de Kerkelijke traditie, zoals de auteur zelf opmerkt door te verwijzen naar Sint Thomas van Aquino, Sint Bonaventura, Sint Cyrillus, Sint Hiëronymus en Sint Augustinus.

Theologisch gezien wordt het Rijk Gods vaak begrepen op verschillende manieren: het is in de toekomst (in de volheid, aan het einde der tijden), maar het is nu ook reeds aanwezig in mysterie. Wanneer de auteur spreekt over de "volmaakte vereniging" en de "zalige bestemming," verwijst hij naar de zalige aanschouwing (die visio beatifica), die de ultieme subjectieve voltooiing van de mens is, het hoogste van alle doelen. Dit is eigenlijk niets anders dan het bezit van, en de deelname aan God Zelf.

De heilige Augustinus beschreef het Koninkrijk van de Hemel als de "volmaakte en hoogste wijsheid van de rationele ziel". De mens wordt een "Koninkrijk van God" wanneer het superieure deel (de rede en de geest) zonder weerstand heerst over het lagere deel van de mens (de passies en emoties). Dit is de innerlijke rust en vrede die de auteur beschrijft als het doel dat de mens na te streven heeft.

De auteur benadrukt dat nabijheid niet gelijk staat aan vereniging. Om met God verenigd te zijn, moet de ziel alle ongelijkheid verlaten, alle eigenheid afgeven, alle menigvuldigheid verliezen, en de gedaante aannemen van datgene waarmee ze verenigd wordt.

Daarvoor maakt hij gebruik van enkele analogieën. Nl., het ijzer is pas verenigd met het vuur wanneer het volledig gloeiend is en men geen ijzer meer opmerkt. En het licht is pas verenigd met de zonnestralen wanneer men niets anders dan licht en klaarte kan ontwaren.

Deze analogieën zijn cruciaal. Ze beschrijven het mystieke proces van zuivering en transformatie in de christelijke spiritualiteit. De ziel moet niet alleen de zonde, maar ook alle geschapen affecties waarvan God niet de oorzaak of het doel is, afwijzen. Dit is de "dood van alle menselijke zwakheden, ja dwaalwegen of dwalingen" en de volledige verloochening van het zelf.

Er bestaat geen onwetendheid die onbetamelijker of schadelijker is dan deze waarbij iemand het doel niet kent waarvoor hij iets doet. Het is eigenlijk het eerste dat hij behoort te weten om zich daartoe in alles te kunnen schikken en te voegen. svgµ

In de mystieke theologie wordt dit proces de nacht van de ziel genoemd, dat een noodzakelijke zuivering is om de ziel voor te bereiden op de eenheid en intimiteit met God. Het is vooral Sint Jan van het Kruis die dit aspect van de nacht van de ziel aanbrengt en diepgaand behandelt.

De tekst spreekt hier ook over de noodzaak om "volledig van alle schepselen en van zichzelf afgekeerd te zijn (zowel dat het ware alsof alles en zijzelf niet meer bestaan)". Dit is de radicale roep tot zelfverloochening en overgave, waardoor de ziel de goddelijke innige tegenwoordigheid kan genieten en niets anders meer kent, smaakt of voelt dan God alleen.

Dat lijkt wellicht niet zeer aantrekkelijk voor veel mensen, en toch wil dat niet zeggen dat we daarvoor zuurpruimen of lijkbidders moeten zijn. Integendeel, het is pas wanneer we losgekomen zijn van het achterna hollen van die veelheid aan mooie dingen die God geschapen heeft en tot die vereniging gekomen zijn met God, dat we terdege kunnen genieten van dat grootse geschenk van ons eigen bestaan en van de hele schepping. Maar dan niet vanuit zefzuchtige egoïstische neigingen, maar vanuit God zelf, Hem alle lof en eer betuigend.

Verder beklaagt de auteur de onverschilligheid van de mens, zelfs van de geestelijken en religieuzen, ten aanzien van deze hoogste kennis. De ware kunst – nl. de wetenschap om tot God te komen – is de meest verwaarloosde en minst begrepen discipline.

De mens is op weg naar het komende. Hoewel de volmaakte en standvastige rust pas in de eeuwigheid bereikt wordt, is het mogelijk en wenselijk om in dit leven een zekere vereniging met God te bereiken. Deze vereniging is een "waarachtig levensloon" en moet de eeuwige zaligheid zo dicht als mogelijk nabij komen. Dit is de essentie van de christelijke ascese en mystiek: het streven naar de beginnende volmaaktheid op aarde, in afwachting van de voltooiing in de hemel.

Het boek is geschreven om de lezer een "doeltreffender middel" aan te reiken om tot die zalige bestemming te komen. Het belooft te spreken over hoe de ziel God zonder bemiddeling in haar zal vinden, en Hem kan behouden doorheen alle beproevingen, dorheid en kwellingen. Dit is een belofte van diepe, onmiddellijke, mystieke spiritualiteit, gericht op de "eenvoudige, nederige en afgestorven mensen".

Johannes Evangelista van 's Hertogenbosch begint zijn werk met een scherpe diagnose van de menselijke conditie: we zijn blind voor ons doel. Het Rijk Gods is het antwoord – niet een geografische locatie, maar een innerlijk Koninkrijk dat wordt gevestigd wanneer de ziel zich volledig overgeeft aan God en alle eigenheid aflegt. De tekst is een krachtige oproep tot radicale innerlijke transformatie en het zoeken naar de perfecte eenheid met God, die de enige bron is van ware rust en zaligheid.

Een filosoof die de verblinding van de mens van zijn tijd aanschouwde – al vertoefde hij zelf in duisternis en onwetendheid over het juiste doel van de mens, toch bezat hij wat meer na- tuurlijk licht als de anderen – ging op klaarlich- te dag midden tussen de mensen, mensen zoeken. svgµ


Een opwerping die we als hedendaagse mensen op deze tekst zouden kunnen maken, is dat de auteur een beroep doet op het klassieke, pre-moderne kosmologische model van de vier elementen (aarde, water, lucht, en vuur) om zijn spirituele punt te maken.

Voor de moderne lezer, die is opgegroeid met kwantummechanica en de periodieke tabel, kan deze verwijzing naar de vier elementen inderdaad als verouderd of zelfs onwetenschappelijk overkomen, en daarmee de diepgang van de spirituele boodschap hinderen.

Vanuit een katholiek-theologisch perspectief kan deze verwijzing echter op een zeer positieve en zinvolle manier worden geïnterpreteerd. De sleutel ligt in het begrijpen dat de auteur de elementen niet als een wetenschappelijke verklaring gebruikt, maar als een sacramenteel en symbolisch beeld om een diepe spirituele waarheid over de menselijke natuur te onderstrepen.

De auteur gebruikt de vier elementen om het principe van teleologie te illustreren: want elk schepsel kent en streeft naar zijn eigen doel en zijn eigen plaats. (Het doel is telos in het grieks - en de studie ervan wordt de teleologie genoemd). We lezen nog even een stukje uit dat eerste hoofdstuk:

De aarde, het water, de lucht, het vuur en al wat daarvan gemaakt is, het kent al zijn eigen plaats, en daartoe nijgen en richten ze zich zo goed ze kunnen, waar het zich ook bevindt.

De moderne lezer moet deze passage uiteraard niet lezen als een les in natuurkunde, maar als een spirituele allegorie. Het gaat niet om de chemische samenstelling van materie, maar om de universele wet van de schepping: alles is geordend en beweegt naar zijn oorsprong.

Het feit dat de auteur verwijst naar de elementen, de getijden van de zee, en de banen van de hemellichamen, dient om een gevoel van kosmische orde te creëren. De natuur is geordend door God. De mens, als kroon op de schepping, is de enige die deze orde moedwillig verstoort. Het gebruik van de elementen onderstreept de schande van de menselijke onwetendheid: zelfs de meest 'onredelijke' materie volgt Gods plan, maar de mens (die nochtans redelijk kan zijn), die volgt dat niet.

Verre van een hinder te zijn, versterkt het gebruik van de vier elementen de katholieke nadruk op de sacramentaliteit van de schepping. De Kerk heeft altijd materiële elementen uit de schepping gebruikt als dragers van Gods genade.

Het Catechismus van de Katholieke Kerk leert dat de liturgische viering "tekens en symbolen gebruikt die betrekking hebben op de schepping (kaarsen, water, vuur)". Deze kosmische elementen, opgenomen in de wereld van het geloof en aangenomen door de kracht van de Heilige Geest, worden "dragers van de reddende en heiligende actie van Christus".

De vier elementen zijn dus niet slechts archaïsche concepten, maar fundamentele symbolen in de christelijke liturgie en spiritualiteit:

Het water heeft op materieel maar ook op spiritueel vlak een zuiverend effect; het kan ook vernietigen en doden, maar ook nieuw leven geven. In het liturgisch gebruik krijgt het zijn plaats bij de wedergeboorte in het sacrament van het doopsel.

Het vuur heeft eveneens een zuiverend, maar ook lichtgevend effect. Het verwijst op spiritueel vlak ook naar de aanwezigheid van de Heilige Geest. En in de liturgie vinden we het expliciet terug in de Paaswake met de Paaskaars, evenals op het Pinksterfeest.

De aarde roept op materieel en spiritueel vlak de sterfelijkheid op, het graf en de menselijke natuur. Op liturgisch vlak vinden we de schepping van Adam, maar ook de begrafenis.

Met de lucht associëren we we de Geest, de adem van God (pneuma in het Grieks, of ruach in het Hebreeuws). En op liturgisch vlak vinden we het terug bij de neerderdaling of de inroeping van de Heilige Geest.

Het gebruik van de vier elementen is een directe echo van de vroege Kerkvaders. De auteur staat in een lange traditie die de elementen gebruikte om theologische waarheden uit te leggen.

Een duidelijk voorbeeld hiervan is Gregorius van Nyssa (ca. 335–395), die de vier elementen gebruikte om het Doopsel van Christus uit te leggen. Luisteren we even naar een stukje tekst van de heilige Gregorius:

Wij erkennen vier elementen, waaruit de wereld is samengesteld... Nu ging onze God en Verlosser, in het vervullen van de Bedeling om onzentwil, onder het vierde van deze, de aarde, opdat Hij het leven van daaruit zou opwekken. En wij, die het Doopsel ontvangen, in navolging van onze Heer en Leraar en Gids, worden weliswaar niet in de aarde begraven... maar komen tot het element dat verwant is aan de aarde, tot water, wij verbergen onszelf daarin, zoals de Verlosser in de aarde deed...

In deze patristische benadering is de kosmologie (de vier elementen) niet het doel, maar het didactische middel om de mysteriën van het geloof (de dood en opstanding van Christus) te illustreren. De lezer van Johannes Evangelista wordt uitgenodigd om de elementen op dezelfde manier te zien: als een taal van de schepping die spreekt over de diepste waarheden van het heil.

Een gewis teken dat de mens tegenwoordig niet weet hoe hij tot zijn doel kan geraken, kunnen we merken doordat er op aarde moeilijk een kunst of wetenschap te vinden is die meer verborgen is als deze. Daarbij hebben weinig mensen hiervan een afdoend onderscheidingsvermogen, en zij die het bezitten, vinden moeilijk iemand om deze kennis mee te delen. svgµ

Het gebruik van de elementen kan de hedendaagse mens helpen de verloren verbondenheid met de kosmos te herstellen.

De auteur leeft in een tijd na het Rationalisme, een periode die de mens heeft vervreemd van de natuur en de wereld van zijn "betovering" heeft beroofd. De moderne mens zoekt vaak naar relatie, gemeenschap en transcendentie in alternatieve bewegingen, omdat de materiële wereld die de wetenschap presenteert "te klein is om onze ware aspiraties te omvatten".

De katholieke traditie, zoals belichaamd in de tekst van onze spirituele auteur, biedt een weg om deze verbondenheid te herstellen. Door te erkennen dat de elementen naar hun oorsprong streven (nl. God), en door te begrijpen dat de menselijke ziel ook naar haar oorsprong moet neigen en richten, wordt de spirituele reis van de mens in een kosmische context geplaatst. Dit toont aan dat de roeping tot heiligheid uiteindelijk de hele kosmos omvat en transformeert.

De moderne lezer moet de vier elementen van Johannes Evangelista niet afdoen als een wetenschappelijke fout, maar ze omarmen als een poëtische en theologische metafoor. Ze dienen als een krachtige herinnering dat:

  1. De hele schepping gehoorzaamt aan Gods plan.
  2. (dat) De menselijke ziel, net als de elementen, een natuurlijke neiging heeft tot haar bron: God.
  3. (dat) Het falen van de mens het falen is om deze natuurlijke, Godgegeven neiging te volgen, in tegenstelling tot de rest van de schepping.

Door de elementen als symbolen van de sacramentele orde te lezen, wordt de tekst niet alleen relevant, maar ook een diepe uitnodiging om onze eigen telos – nl.: ons doel in God – even onverbiddelijk na te streven als de steen die naar de aarde valt of het vuur dat naar de hemel stijgt.


Maar bij het lezen van de tekst van Johannes Evangelista van 's Hertogenbosch, is er nog een andere vraag die zich aan ons opdringt. Het is namelijk zo dat de hedendaagse vertalingen van de Bijbel systematisch gekozen wordt om niet meer te vertalen dat "Het Rijk Gods in u is", maar "midden onder ons". Die laatste vertaling is niet foutief, maar toch legt ze daarbij het Rijk Gods buiten onszelf, en niet binnen ons, in de kern van ieder mens. Jezus zelf duidt met de gelijkenis van het Rijk Gods, en daarin het belang van het geloof aan de hand van het beeld van het mosterdzaadje ook eerder aan dat het iets is dat binnen u aanwezig is en moet groeien tot volwassenheid... En daarbij wordt het iets dat de gemeenschappelijke dimentie aan bod laat komen.

De traditionele vertaling "Het Rijk Gods is binnen in u" (Lucas 17:21), en deze van onze huidige bijbelvertalingen, creëren duidelijk een spanning. Ze is niet nieuw, maar de keuze van moderne vertalers om voor de gemeenschappelijke dimensie te kiezen, kan de nadruk op de innerlijke spiritualiteit bij de hedendaagse lezer doen vervagen.

De katholieke theologie biedt echter een rijke, complementaire visie waarin beide vertalingen de waarheid van het Rijk Gods weerspiegelen. Het Rijk is zowel een innerlijke, persoonlijke realiteit als een gemeenschappelijke realiteit, die wereldwijde invloed uitoefent.

De moderne mens is geneigd om in zwart/wit patronen te denken: ofwel is het 'binnen' en dus een privé aangelegenheid, ofwel is het 'buiten' en dus een publieke aangelegenheid. De katholieke benadering overbrugt in feite deze kloof:

De Innerlijke Dimensie: "Binnen in u" (de Mystieke inslag eerder), benadrukt dat het Rijk van God begint met de persoonlijke ontmoeting met Christus en de inwoning van de Heilige Geest.

Het Rijk Gods is geen geografische of politieke realiteit; het is de heerschappij van God in het hart van de mens. De auteur van Het Rijk Gods in de Zielen benadrukt dit: het is een innerlijke staat van liefde, vrede en gehoorzaamheid aan Gods wil.

Het Mosterdzaadje (uit Lucas 13:18-19) is het perfecte beeld om deze innerlijke groei te illustreren. Het Koninkrijk begint onooglijk klein – als een zaadje van genade, geloof en bekering in de ziel. De groei is mysterieus en vereist zorg en vruchtbaarheid van de grond (het hart nl. van de gelovige). De moderne mens kan hierdoor begrijpen dat spiritualiteit geen plotselinge, uiterlijke gebeurtenis is, maar een langzaam, diepgaand proces van innerlijke transformatie.

Wie zou er niet graag tot de verste uithoeken van de wereld reizen, over zee en bergen, indien men hem daar een ingang zou kun- nen aanwijzen in het Rijk Gods. Hoe zal dan iemand het onderricht verzuimen die men hem geeft om dat in hemzelf aan te wijzen. svgµ

Het Rijk Gods is dus de innerlijke orde die Johannes Evangelista beschrijft: wanneer het laagste deel van de mens (de passies) onderworpen is aan het hoogste deel (de rede), en de rede onderworpen is aan God. Dit is de gerealiseerde eschatologie: het Koninkrijk is hier en nu al aanwezig in de harten van degenen die in Christus zijn opgenomen.

De Gemeenschappelijke Dimensie, het "Midden onder u", is als een ethische vrucht hiervan. De Kerk zelf is "kiem en begin" van het Koninkrijk Gods. Het Rijk is aanwezig in de gemeenschap van gelovigen, de sacramenten, en de werken van liefdadigheid. De vertaling "midden onder u" herinnert de moderne mens eraan dat het geloof niet louter een privé-ervaring is. De aanwezigheid van Christus in de wereld (door zijn genezingen en exorcismen) was een teken dat het Rijk Gods hen was genaderd. De vertaling "midden onder u" herinnert de moderne mens eraan dat het geloof niet louter een privé-aangelegenheid is. De aanwezigheid van Christus in de wereld (door zijn wonderbaarlijke genezingen en exorcismen) was een teken dat het Rijk Gods vlak bij was.

De innerlijke groei van het mosterdzaadje moet zich manifesteren in de wereld. Wanneer het Rijk in ons is, moet het zich uitstrekken onder ons – in onze relaties, onze inzet voor gerechtigheid, en onze verantwoordelijkheid voor de schepping. Dit sluit aan bij de ethische consequenties van het Koninkrijk: het bepaalt hoe we nu moeten leven, door waarden en deugden te beoefenen die ons leven en onze christen gemeenschap in overeenstemming brengen met Gods wil.

De meest volledige theologische duiding voor de moderne mens is dat het Rijk Gods een dubbele dimensie heeft, nl. het "reeds" en het "nog niet". Deze dubbele dimensie rechtvaardigt beide vertalingen:

Het Rijk is "reeds" gekomen in de Persoon van Christus en groeit op een mysterieuze manier in de harten van de gelovigen. Dit rechtvaardigt de "binnen in u"-vertaling.

Anderzijds is het Rijk Gods er "nog niet" helemaal, en zal het pas in zijn volheid komen aan het einde der tijden, bij de terugkeer van Christus in Glorie. Dit rechtvaardigt de "midden onder u"-vertaling in de zin van een collectieve, eschatologische hoop en een opdracht om het Rijk in de wereld te laten groeien.

We zouden het Rijk Gods het beste moeten begrijpen als een levende spanning tussen het persoonlijke en het gemeenschappelijke, het heden en de toekomst.

Net als bij het mosterdzaadje, begint de spirituele volwassenheid binnenin. Het is een innerlijke fontein van goedheid, schoonheid en volmaaktheid, zoals Johannes Evangelista dat stelt. De mens moet eerst zijn eigen hart zuiveren en God in zichzelf ontdekken.

De volwassen boom is het Rijk dat zich onder ons manifesteert. De groei van het zaadje is niet bedoeld om verborgen te blijven; het moet een grote boom worden waar de vogels van de hemel kunnen nestelen (Lucas 13:19). Dit betekent dat de innerlijke vrede en liefde zich moeten uitstrekken naar de gemeenschap en de wereld.

De twee vertalingen zijn dus niet strijdig met elkaar, maar ze beschrijven oorzaak en gevolg.

Het Rijk Gods is binnen in u als de bron van genade en de inwoning van de Heilige Geest. Het Rijk Gods is midden onder u als de zichtbare manifestatie van Gods heerschappij in de Kerk en de wereld, groeiend vanuit de innerlijke transformatie van de gelovigen.


Maar toch schuilt er een gevaar om uitsluitend de externe, gemeenschappelijke dimensie van het Rijk Gods te onderstrepen. Het kan ertoe leiden dat we het fundament ervan uit het oog verliezen en verwaarlozen, en dat het ons brengt tot een vorm van activisme of moralisme zonder innerlijke verankering.

De katholieke leer bevestigt dat de twee geboden – liefde tot God en liefde voor de naaste – onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn, maar dat de liefde tot God het eerste en grootste gebod is, en daarmee het fundament en de bron van de liefde voor de naaste. Zonder die orde binnen de geboden, is de liefde tot de naaste ten hoogste een mooi blazoen.

Dit principe is uiteraard eveneens direct van toepassing op de dynamiek van het Rijk Gods. Trouwens, toen Jezus gevraagd werd naar het belangrijkste gebod, antwoordde Hij met het Shemà Israel (uit Deuteronomium 6:4-5): "Gij zult de Heer uw God liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel, met heel uw verstand en met heel uw kracht." Vervolgens voegde Hij eraan toe: "Het tweede is daaraan gelijk: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf".

De Kerkvader Augustinus onderstreepte dat de hele wet en de profeten aan deze twee geboden hangen. Hij merkte op dat de liefde tot God de bron is van alle filosofie, ethiek en logica, en de basis voor het welzijn van de samenleving.

Uit de liefde tot God (het Eerste Gebod) volgt dat het Rijk Gods "Binnen in u is": Dit is de innerlijke dimensie. De liefde tot God vereist een totale overgave van het hart, de ziel en het verstand. Dit komt overeen met het ontdekken en laten regeren van Gods heerschappij in de innerlijke mens – de staat van genade en perfecte orde die Johannes Evangelista beschrijft. Dit is de wortel waaruit alle ware actie voortkomt 18.

En uit de liefde tot de Naaste (het Tweede Gebod) volgt dat het Rijk Gods "Midden onder u is": Dit is de gemeenschappelijke dimensie. De liefde voor de naaste is het concrete bewijs dat de liefde tot God in ons hart is verankerd. Het Rijk Gods manifesteert zich "midden onder u" in de vorm van universele broederschap, gerechtigheid, vrede en menselijke waardigheid in het maatschappelijk leven.

Wanneer de aandacht uitsluitend gaat naar de externe, sociale en ethische manifestaties van het Rijk Gods (de liefde voor de naaste), zonder de constante aandacht voor de liefde tot God (de innerlijke dimensie), ontstaat het gevaar van hypocrisie en onvruchtbaarheid.

Paus Franciscus waarschuwde in Evangelii Gaudium tegen een "liefdadigheid à la carte" of een reeks daden die uitsluitend gericht zijn op het verlichten van het geweten. De Evangelieverkondiging en het christelijk leven moeten een impact hebben op de samenleving, maar de bron daarvan is het zoeken naar Gods Rijk en Zijn gerechtigheid in de eerste plaats: "Zoek eerst het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, en al de rest zal u erbij in de schoot geworpen worden" (Mt 6:33).

Als men enkel de buitenkant verzorgt – zich inzet voor sociale rechtvaardigheid, armenzorg, of ecologie – maar de innerlijke heerschappij van God verwaarloost, dan loopt men het risico dat de liefde tot de naaste dan gereduceerd wordt tot een menselijk, puur horizontaal project, los van de goddelijke bron. De liefde verliest haar bovennatuurlijke charitas en wordt louter filantropie.

Zonder de innerlijke bekering – de "dood van het zelf" en de transformatie tot Goddelijke gelijkenis die de mystieke auteur voorstelt – blijft het hart vol van egoïsme, trots en oordeel. Jezus veroordeelde dit in de Farizeeën: zij reinigden de buitenkant van de beker, maar de binnenkant bleef vol roofzucht en onmatigheid. Een inzet voor de naaste die niet voortkomt uit een gezuiverd hart, is onhoudbaar en onvolledig.

We verliezen de Transcendentie door de nadruk te eenzijdig te leggen op het "midden onder u", want dan verliest men het besef dat het Rijk Gods meer is dan een tijdelijke, menselijke prestatie. Hoewel onze inspanningen om het leven "menselijker" te maken niet verloren gaan, zijn ze slechts een afstraling en een vooruitzien naar de glorie van het Koninkrijk dat wij aan het einde van de geschiedenis verwachten.

De zinvolheid van de mystieke tekst van Johannes Evangelista voor ons vandaag ligt precies in het herstellen van deze prioriteit en integriteit.

De boodschap die hij ons meegeeft luidt als volgt: "De ware transformatie van de samenleving (het Rijk Gods "midden onder u") is onmogelijk zonder de radicale transformatie van het individu (het Rijk Gods "binnen in u")".

U en ik, ja iedereen wordt uitgenodigd om de mystieke reis (de eenheid en verbondenheid met God) te zien als de noodzakelijke voorwaarde voor de ethische reis (onze liefde voor Gods werk: de naaste en heel de schepping). Door het mosterdzaadje van Gods heerschappij in het hart te laten groeien, wordt de ziel een tempel van gerechtigheid en liefde, en wordt de uitstraling daarvan naar de wereld een authentieke en duurzame bron van het Koninkrijk.


Ziezo, we zijn weer aan het einde van onze editie van "Mystieke Lectuur" beland. We hebben het eens op een andere manier aangepakt, door het hoofdstuk dat we in de vorige editie hebben gelezen quasi zonder commentaar deze keer verder uit te spitten.

We hebben hier dan nog niet alle interessante aspecten aangeraakt, maar toch zowat de belangrijkste.

De volgende keer gaan we verder lezen uit het boek "Het Ryck Godts inder Zielen" van Johannes Evangelista van 's Hertogenbosch.

Nog even herinneren dat je een link naar de uitgeschreven tekst van deze bijdrage kan vinden op de webpagina van Mystieke Lectuur op de site van Radio Maria, of rechtstreeks via de website van de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec. Je kan die vinden met het korte adres: "jvr.4god.be"; te schrijven in de adresbalk van je internet browser. Je komt dan op de website van de vereniging terecht. De vier van 4god is het getal 4 en niet het woord vier voluit geschreven; het is te begrijpen in de zin van vieren in de gebiedende wijs. Ik herhaal het adres even: jvr.4god.be. Als je daar zoekt op Mystieke Lectuur, of op Nieuws, dan kom je wel terecht.

De teksten van onze spirituele auteur komen uit een vrije vertaling. Het commentaar kwam voor een deel tot stand door een chatgesprek met "Magisterium AI", een modern maar artificieel intelligent werkinstrument dat enkel voorzien werd met teksten vanuit het magisterium van de Kerk. Het gaat dus niet zoeken buiten de degelijke leer van de Heilige Katholieke Kerk.

Zelf stuurde ik de discussie wel om in te gaan op de aspecten van het werk van Johannes Evangelista van 's Hertogenbosch waarvan ik vond dat ze belangrijk waren om uit te diepen.

Indien je die conversatie zou willen nalezen, dan kan je die vinden via een link daarheen op pagina met de uitgeschreven tekst van deze bijdrage.


We willen er nog eens aan herinneren dat het boekje "Bidden, ... bij de heiligen in de leer" steeds kan worden besteld via Radio Maria of via de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec. Het reikt heel wat aspecten aan om onze relatie tot God en alles wat Hij tot bestaan heeft geroepen beter te begrijpen.

Het boekje geeft een goede basis om op onze geestelijke levensweg thuis te komen. In vorige edities hebben we een zesdelige bijdrage over dat boekje gepresenteerd, maar hebben daarbij het boekje niet helemaal kunnen doornemen. We hebben jullie enkel een inleidende voorsmaak gegeven van wat er in dat boekje te vinden is. Er zijn dus heel wat verhelderende raadgevingen die ook het onderwerp van deze bijdrage behandelen en verhelderen.


U luisterde naar het programma Mystieke Lectuur, waar we deze keer dieper ingegaan zijn op het eerste hoofdstuk van het werk van Johannes Evangelista van 's Hertogenbosch, "Het Ryck Godts inder Zielen, oft binnen u-lieden", een merkwaardig werk in de christelijke spirituele literatuur.

Beste luisteraars van het programma Mystieke Lectuur, hopelijk mogen we jullie volgende keer weer rekenen onder onze trouwe toehoorders. Tot de volgende keer.

Heb je vragen?
Neem contact met ons op

Link naar de pagina op de website van Radio Maria waarop je de audio kan herbeluisteren

Digitale bijdragen

Via YouTube worden regelmatig filmpjes beschikbaar gesteld. Daardoor wil de vereniging ook mensen te hulp komen met middelen die de moderne media tegenwoordig mogelijk maken.

Momenteel kunnen ze enkel via deze website gevonden worden, en worden ze niet voorgesteld aan mensen die op YouTube surfen of opzoekingen doen.

Benieuwd? Ga een kijkje nemen

Link naar de pagina op de website van Radio Maria waarop je de audio kan herbeluisteren

Agenda

Contact