Vereniging
zalige Jan van Ruusbroec

vzw



Ook Ruusbroecvereniging genoemd

Ontdek de weg om thuis te komen
in de christelijke spirituele en mystieke traditie

Definitie van Mystiek

Heeft het woord "mystiek" een precieze, ondubbelzinnige betekenis?

Zelfs de term "socialisme" wordt nooit zo vaag en uiteenlopend gebruikt als het woord "mystiek". Tegenwoordig wordt de term met groot gemak gekoppeld aan talloze specificaties en hoort men spreken over "mystiek van de wetenschap", "filosofische mystiek", "erotische mystiek"; in het gewone taalgebruik is de uitdrukking "mystieke crisis" in gebruik om een hysterische crisis of bekering, euforie of depressie, interesse voor religie of twijfel aan het geloof aan te duiden.

Wij zullen niet proberen de kwesties op te lossen), de opvattingen van anderen te weerleggen of te ontkrachten. We willen slechts de weg wijzen die naar de Waarheid leidt.

Wat is mystiek dan wel?

Het is "nooit" iets wat verkregen kan worden door middel van oefeningen, ascetische technieken of esoterische wegen. Het veronderstelt geen enkele morele perfectie, laat staan een spirituele evolutie vergelijkbaar met de biologische. De heilige Teresa van Avila zegt: "Men verheft zichzelf niet als God ons niet verheft"; waardoor mystiek, in de hoedanigheid van "ervaring", de hevige, plotselinge en onverwachte doorbraak van God in de ziel is, wat resulteert in hun vereniging.

De mystici hebben het over een "vuur van liefde", over "verlichting of helderheid", over "vergoddelijking", over een geschenk van onverdiende en ongehoorde genade, tegelijkertijd onbetwijfelbaar, zeker en onbegrijpelijk, verheven en verblindend, vol van sidderend genot en transformerend. En het is niet nodig een verhandeling te schrijven om uit te leggen wat "genade" betekent. Het volstaat te verwijzen naar een woordje "gratis", dat onmiddellijk verstaan wordt.

Lees het vervolg van de bijdrage

Afbeelding van het kruis in een landschap

Over dit initiatief

De artikels op deze website worden gebracht door priester Paul Van der Stuyft, moderator van de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec. Het is een vzw die werd opgericht met het oog mensen te helpen leven zoals God het voorzien of gepland heeft.

Ze wil uiteraard heel in het bijzonder haar leden ondersteunen in hun innerlijk leven en apostolaat.

Dat doen we aan de hand van inzichten en raadgevingen die vele heiligen en mystiekers ons hebben nagelaten.

Zoals de naam van onze vereniging doet vermoeden, doen we dat onder andere met de zeer diepe en rijke teksten van de zalige Jan van Ruusbroec.

We willen geen grote theorieën rond de oren slaan, maar stellen ons met een ontvankelijk hart open voor het Woord van God.
Dat Woord heeft gedurende meer dan 20 eeuwen zoekende mensen aangesproken en geraakt. Velen hebben zich er spiritueel aan gevoed, en hebben er met hun leven van getuigd.

De literatuur die we lezend proberen te begrijpen en te duiden, heeft generaties mensen geholpen om dichter te komen bij het mysterie van ons christelijk geloof.

De vereniging wil haar steentje bijdragen bij het bekendmaken van deze christelijke spirituele schat door sessies, retraites, recollecties, lezingen, enz.

Het Centrum zalige Jan van Ruusbroec is de zetel van onze vereniging, en is eveneens de plaats waar een deel van onze activiteiten doorgaan.

Zicht vanuit de tuin op de pastorie en de kerk

Vervolg van deze bijdrage over Mystiek

De mystiek, als "theologische discipline", houdt zich bezig met het bestuderen van de getuigenissen van degenen, die in de geschiedenis van de religies, hebben ervaren wat we zojuist hebben gezegd en nog veel meer.

In de loop der eeuwen zijn er veel definities voorgesteld. De meest complete is ongetwijfeld die welke geformuleerd is door P. Albert Deblaere, S.J. in zijn ‘Témoignage mystique chrétien‘:

Mystiek is "De directe en passieve ervaring van de aanwezigheid van God".

Andere definities of Omschrijvingen zijn:

"Cognitio experimentalis Dei" (De experimentele kennis van God) door Jean Gerson, in zijn ‘De Teologia mystica‘ (letiones sex, I, Seconda consideratio)
"Sentiment de présence" (Het gevoel van aanwezigheid) door J. Maréchal, ‘Etudes sur la Psycologie des Mystiques‘

"DE DIRECTE EN PASSIEVE ERVARING VAN DE AANWEZIGHEID (TEGENWOORDIGHEID) VAN GOD"

"ERVARING"

Wij modernen, wanneer we spreken over "ervaring", verwijzen we naar oppervlakkige emoties, naar vage pogingen, naar kleine ontdekkingen die niets te maken hebben met wat men in feite met zo’n woord zou moeten verstaan.

De mystieke ervaring is eerder iets dat te maken heeft met de complexe totaliteit van het menselijk leven. Laten we dat even van naderbij bekijken: Stel je twee geliefden voor die besluiten om gedurende een beperkte periode samen te wonen; dit korte pre-huwelijkse samenwonen kan geen ervaring worden genoemd, het is slechts een voorproefje van het leven met z’n tweeën. Op dezelfde manier verandert een week transcendentale meditatie in een boeddhistische tempel ons niet in asceten. Als ik op reis ga in het Amazone woud, kan ik niet zeggen dat ik de ervaring van de Indianen heb gedeeld, want deze laatste duurt niet eens zolang als een vakantie. Meestal zijn hetgene we gewoonlijk "ervaringen" noemen niets anders dan "experimenten", kortstondig, van voorbijgaande aard, oppervlakkig, verwijzend naar afgebakende gebeurtenissen, niet zelden zijn ze onbelangrijk. Wedoen alsof we echtgenoten, monniken of Indianen zijn, maar infeite zijn we totaal iets anders. Dat is niet zo voor de mystiek. Wie het ervaart, is onverklaarbaar veranderd en kan zich alleen maar een "nieuwe mens" voelen, hevig aangetrokken door God als door een innerlijke magneet en dronken worden, gek van liefde.

"DIRECT"

"Direct" is alles wat geen beroep doet op "tussenpersonen of bemiddelaars" en juist daarom is het onmiddellijk, dat wil zeggen zonder bemiddeling. Het maakt geen gebruik van beelden, van gevoelens, van bewustwordingen, van herinneringen of gedachten die in de loop der jaren zijn opgeslagen. De filosofie vertelt ons dat het denkende subject zelf op zijn beurt een medium is in het kenningsproces, omdat het de beelden van elk object van kennis in zich heeft gedrukt en deze gebruikt.

Ook de taal, die een uitdrukking is van de talloze beelden die we in het diepst van ons geheugen hebben gecatalogiseerd, wordt een dialogische bemiddeling. Wat gebeurt er dan wanneer God zich "direct" aan de mens mededeelt?

Hij produceert een realiteit die absoluut "nieuw" en innerlijk is. De mysticus, zo noemt men degene die deze goddelijke zelfgave ontvangt, ziet op de een of andere manier alle psychologische grondvormen vervagen. Hij kan zich niet beroepen op enig beeld of gemoedstoestand, hij kan die innerlijke realiteit niet beschrijven met menselijke taal, omdat de woorden niet geschikt zijn om het goddelijke te beschrijven. Zijn literaire of eenvoudigweg verbale beschrijvingen worden dan chronologisch uitgesteld, tot "erna", tot wanneer de ervaring van de vereniging met de goddelijke Bruidegom afgelopen is. Pas dan zal men op zoek gaan naar taalkundige uitdrukkingen om die ervaring te beschrijven. Dit zullen conceptualiseringen zijn die "a posteriori" zijn uitgevoerd door degenen die zich een absoluut "nieuw" en "onherbouwbaar" feit herinneren, "voorbij" en toch "springlevend", "opgehouden" en toch "onuitwisbaar". Om het met een vergelijking te zeggen: Petrarca schrijft niet "op Laura"; als hij dat wel had gedaan, zou Laura zich hebben moeten wassen om zich van Petrarca’s inkt te reinigen.

Petrarca schrijft "over Laura" wanneer Laura afwezig is. Toen ze aanwezig was, deden de twee geliefden ongetwijfeld iets anders. Zo ook de mystici: ze schrijven nooit tijdens de vereniging... maar altijd achteraf.

"PASSIEF"

Passief zijn onder de krachtige werking van God betekent niet dat men inactieven passievelingen wordt.

Helaas beschouwt men tegenwoordig de mysticus onjuist, men aanziet hem als een nietsnut die volledig in beslag wordt genomen door de contemplatie van hemelse zaken, totaal niet attent en toegewijd aan de behoeften van de mensen. Maar dit is niet waar. Dit vooroordeel moet menweerleggen.

Deze werking van God zou men paradoxaal kunnen definiëren als een "passieve heractivatie". Het lijkt onzin, maar het is precies zo; men beseft dat men alles ontvangt van een Ander en deze passiviteit veroorzaakt een onbedwingbare activiteit. De geschiedenis getuigt van de hervormingen, de stichtingen en de hele actie van omvangrijke en effectieve vernieuwingen die de grote mystici in de wereld, in elk historisch tijdperk, hebben bewerkt. Bergson zegt dat de heiligen altijd een groot aantal navolgers hebben gehad. De verspreiders van het goede hebben immense menigten met zich meegetrokken en, hoewel ze niets eisten, hebben ze het verkregen. Het is voor hen niet nodig om aan te sporen, ze hoeven alleen maar te bestaan, hun aanwezigheid is een onweerstaanbare oproep.

"DE TEGENWOORDIGHEID VAN GOD"

Wat men direct gewaarwordt in de eerste mystieke genade is precies een zeer intense gewaarwording, of invasie, van de aanwezigheid van God in ons. Dit is helemaal niet vergelijkbaar met de gemakkelijke suggesties van degenen die zeggen dat ze aan Hem denken, zich Hem inbeelden of Hem aanwezig voelen in het gebed of daarbuiten.

Sint Franciscus van Sales bevestigt: "Or, quand je parle du sacré sentiment de la présence de Dieu, en cet endroit, je n’entends pas parler du sentiment sensible, mais de celui qui réside en la cime et suprême pointe de l’esprit" (Wanneer ik spreek over het heilige gevoel van Gods aanwezigheid, bedoel ik hier niet het zintuiglijke gevoel, maar datgene wat verblijft in de top en het hoogste punt van de geest).

Het "voelen" van de aanwezigheid van God is een innerlijke en on-middellijke ervaring. Het is anders dan de zintuiglijke ervaring, omdat de zintuigen er niet aan deelnemen; het is evenmin een rationele, intellectuele ervaring, maar een "mystieke". Dit "sentiment" (gevoel), dit "sentido" (gewaarwording), vindt plaats daar waar onze hogere vermogens worden "verenigd" en tot één enkel spiritueel dynamisme worden gemaakt. Niemand kan duidelijk uitleggen wat deze "nieuwe manier van voelen" is, maar de vermogens van de ziel, niet langer gescheiden maar verenigd, worden teruggebracht naar het punt waar God de ziel "aanraakt" (in haar diepste wezen) en zich met haar verenigt. Het effect van deze doorbraak wordt niet beperkt tot min of meer vage emoties, het is een ware blikseminslag. Men kan hiervoor geen enkele verdienste opeisen, aangezien God, in Zijn soevereine vrijheid, deze geeft aan wie Hij wil, wanneer Hij wil en hoe Hij wil. Niet dat God voorkeuren heeft of sympathieën heeft. Hij behoudt echter bepaalde gaven voor degenen die een bepaalde missie moeten vervullen die nuttig is voor het welzijn) van de mensheid.

Dit is wezenlijk de finaliteit van de genade "gratis data" (gratis gegeven). Men vraagt zich meteen af: Is het überhaupt mogelijk dat God in ons aanwezig is? Hoe kan de Schepper van het universum ruimte vinden in een van Zijn schepsels en, precies omdat het dat is, zo klein in vergelijking met Hem? Helaas zijn wij modernen niet meer in staat om in spirituele (geestelijke) termen te redeneren; we zijn allemaal materialisten. En toch is ons ware wezen geestelijk en grenzeloos. God is Liefde – zegt de Bijbel – dat wil zeggen een wezen in een eeuwige "ex-stasis" (uit-zichzelf-treding), dat wil zeggen helemaal buiten zichzelf, gericht op het voorwerp van Zijn liefde, dat zijn wij. En aangezien Hij, die de Liefde is, volmaakt liefheeft, kan men dan zonder vrees voor overdrijving zeggen dat God meer in ons is dan in Zichzelf, Hij houdt meer van ons dan van Zichzelf. Dat is waarom wij de plaats zijn van Zijn aanwezigheid. Het mag ongehoord lijken dat God het niet benauwd heeft in ons, maar het is precies zo. Hierop is de hele antropologie en de verheven spirituele waardigheid van het menselijk wezen gefundeerd. Van deze boodschap zijn de mystici de meest geloofwaardige verkondigers.

Deze genade is zeer bijzonder, iets buitengewoon, en toch heeft het niets te maken met miraculeuze fenomenen van allerhande aard (lichtende aureolen, levitatie, stigmata enz.). Evenmin bestaat (de genade uit "visioenen" of "innerlijke locuties". Laatstgenoemden zijn niets anders dan nevenverschijnselen, d.w.z. secundaire, marginale fenomenen. Hierbij is, ja, de goddelijke tussenkomst mogelijk, maar waarbij altijd de medewerking van de mens wordt toegevoegd; onze natuur neemt daar aanzienlijk aan deel. Over het algemeen zijn deze verschijningen of openbaringen gemakkelijk te beschrijven. De zieners zullen uitvoerig ingaan op het verduidelijken van wat ze hebben gezien of gehoord. Maar de genade van de vereniging met God, in de ervaring die we behandelen, is iets dat veel spiritueler en veel moeilijker te beschrijven is; men zal het niet als voer aan de journalisten of televisiekijkers kunnen geven, tot grote ergernis van de massamedia.

De mysticus ziet niets, hoort geen enkel woord. God leidt hem, op mysterieuze wijze, naar de ontoegankelijke afgrond van Zijn wezen om te genieten van de Zuivere Liefde. Daar zal Hij verblindend Licht zijn dat al onze zintuiglijke vermogens verblindt, Hij zal ons intellect verduisteren. Men zal meteen zeggen dat mystiek zich begeeft op het gebied van irrationaliteit, van niet-kennis, van het onduidelijke. Nee! God ontneemt ons niets, noch kan Hij de vermogens waarmee Hij ons heeft begiftigd kwellen. Hij zal ons veeleer , in de absolute diepte van de ziel, aantrekken. Hij laat ons Zijn aanwezigheid ontdekken, biedt ons Zijn bovennatuurlijke licht, Zijn inzicht aan en, zoals Sint Jan van het Kruis zal herhalen in de Geestelijke Hooglied en in de Levende Vlam van Liefde, ons zelfs voorzien van Zijn manier van gewaarworden. In deze unitieve ontmoeting zal God, door het mysterie van de Incarnatie, Zichzelf van Zijn goddelijkheid ontkleden, ons met Zichzelf bekleden, ons vergoddelijkend. Onze liefde en onze kennis zullen dan, verre van vernietigd te worden, versterkt worden, totdat ze werkelijk volmaakt worden in Hem, naar de maat van de genade.

JESU DULCIS MEMORIA (Jezus, Zoete Herinnering)
Jezus, zoete herinnering, U schenkt de ware vreugden van het hart, maar zoeter dan honing en al het andere is Uw tegenwoordigheid.
Niets wordt met meer bevalligheid bezongen, niets wordt met meer vreugde gehoord, niets kan men aangenamer bedenken, niets meer dan Jezus Zoon van God.
O Jezus, hoop van de boetelingen, hoe welwillend bent U jegens hen die U aanroepen! Hoe goed bent U jegens hen die U zoeken! Maar wat bent U voor wie U vindt?!
Het is onmogelijk het in woorden uit te drukken, noch het met letter uit te drukken; alleen hij die het heeft beleefd kan het zeggen wat het is om Jezus lief te hebben.
Laat Christus onze vreugde zijn, laat Hij de toekomstige beloning zijn, laat onze glorie in U zijn voor alle eeuwen, voor altijd.

(Gregoriaanse gezang toegeschreven aan Sint Bernardus)

Heb je vragen?
Neem contact met ons op

Digitale bijdragen

Via YouTube worden regelmatig filmpjes beschikbaar gesteld. Daardoor wil de vereniging ook mensen te hulp komen met middelen die de moderne media tegenwoordig mogelijk maken.

Momenteel kunnen ze enkel via deze website gevonden worden, en worden ze niet voorgesteld aan mensen die op YouTube surfen of opzoekingen doen.

Benieuwd? Ga een kijkje nemen

Link naar de pagina op de website van Radio Maria waarop je de audio kan herbeluisteren

Agenda

Contact