De onuitsprekelijke zoetheid van het gelukzalige leven, het lezen zoekt het, de meditatie vindt het, het gebed vraagt het, de contemplatie smaakt het.


Guigo de Kartuizer, De ladder van het Paradijs.

Bij de Heiligen in de leer: over het innerlijk gebed

Bij de Heiligen in de leer: over het innerlijk gebed

We zullen elkaar nooit verlaten - Als de woorden niets meer zeggen - Aflevering 6

Eenenveertigste editie

Mystieke lectuur voor Radio Maria België

Je kan de uitzending via deze webpagina van Radio Maria herbeluisteren.
Je zal een keuze moeten maken voor een van de uitzendingen.
Op de pagina van je keuze vind je na een korte omschrijving onderaan op die pagina
de mogelijkheid om deze bijdrage via een podcast te herbeluisteren.


BIDDEN... bij de heiligen in de leer

We zullen elkaar nooit verlaten - Als de woorden niets meer zeggen - Aflevering 6

Programma "Mystieke Lectuur" presenteert sterke en diepe teksten van heiligen en van mystieke auteurs voornamelijk over de intieme (gebeds)relatie met God; Pareltjes vanuit onze rijke schat aan Christelijke spirituele traditie.

Welkom beste luisteraars. In deze uitzending gaan we weer verder met de vraag wat ons gebed als christen is. Het is er bij het bidden eigenlijk om te doen om God te leren beminnen. Ieder moet zelf de liefde van God in het gebed ontdekken. Niemand kan dat in de plaats van een ander. God zelf heeft ons het eerst bemind, en heeft ons zijn liefde tot het uiterste getoond in Jezus onze Heer, maar wij moeten er bewust van worden.

Als we die weg willen inslaan, gaan we liefst bij de Heiligen in de leer, of om het met meer hedendaagse woorden te zeggen: we gaan bij ervaringsdeskundigen ons licht opsteken. Zij kunnen vanuit hun ervaring ons het best inlichten over wat het gebed eigenlijk is. Om dat namelijk te doen, worden ze steeds geconfronteerd met de grote uidaging om het onzegbare afdoende onder woorden te brengen. Willen we door hen hierbij geholpen worden, dan moeten geduld hebben en aandachtig luisteren, of beter zelf, aandachtig lezen wat ze ons hebben nagelaten aan rijke christelijke spirituele lectuur. Het vraagt wel een hele toeleg, om zelf stilaan meer inzicht te krijgen in datgene dat ons verstand voor een groot stuk ver te boven gaat, maar het loont echt de moeite.

Met deze en enkele voorgaande edities hebben we heel wat gelezen en bespreken van het boekje dat in het Nederlands werd vertaald en uitgegeven over het innerlijk gebed. Het boekje "Bidden ... bij de Heiligen in de leer", met als ondertitel "3 weken om te leren bidden". Het is nog steeds te verkrijgen via de Ruusbroecvereniging of via Radio Maria. Meer informatie volgt aan het einde van deze uitzending, en kan je eveneens vinden bij Radio Maria of via de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec vzw.

We laten het voorwoord op dit boekje nog even horen, waar Mgr. Koen Vanhoutte, hulpbisschop van het bisdom Mechelen-Brussel het volgende schrijft:

Jezus’ volgelingen vroegen hun Meester om hen te leren bidden. Veel christenen verlangen meer te weten over het persoonlijk gebed en wensen er ook in te groeien. Bidden... bij de heiligen in de leer helpt hen goed op weg. Met heel wat aandachtspunten en suggesties wordt een groeipad voorgesteld om stapsgewijs te bewandelen. Als gidsen op die weg komen heel wat heiligen aan het woord. Een rijke bloemlezing uit hun geschriften biedt heel wat stof om kennis en vooral beleving van gebed te stimuleren. Geestelijke schrijvers uit de rijke traditie van de Kerk openen onvermoede perspectieven op de wondere wereld van het gebed.
Bidden... in de leer bij de heiligen reikt een werkwijze aan met heel wat impulsen maar dringt die niet op. Het boek wil vooral een bijdrage leveren aan ieder die op eigen tempo zijn of haar eigen weg wil ontdekken in het bidden. Goeie reis aan allen die dit boeiend pad verkennen!

Aldus het voorwoord van Mgr. Koen Vanhoutte.

De leer van Christus overtreft alle leringen van de heiligen; en wie er de ware geest van bezat, zou er verborgen manna in vinden. Nu gebeurt het echter, dat velen, die dikwijls het Evangelie horen, daarbij weinig geroerd worden, want zij bezitten immers de Geest van Christus niet. svgµ

In de vorige editie van "Mystieke Lectuur" hebben we gesproken over het bidden als een leerschool om God te beminnen. We hebben gezien dat we om Hem te leren beminnen geen schrik mogen hebben om dicht bij Hem te komen, zijn liefdegloed of -vuur te ervaren, vertrouwen te hebben dat we er niet aan tenonder zullen gaan... De meditatie van Gods Woord, heeft namelijk als taak de genegenheid in ons geboren te laten worden. Of als je het verkiest, ze warmt de liefde tot God weer op die ons doet binnentreden in het gebed, en die misschien een beetje lauw geworden was!

Naar het voorbeeld van Teresa van Avila hebben we de aandacht eveneens gevestigd op de vele boeken die ons kunnen helpen bij het bidden en mediteren. Als we zelf dreigen te snel verstrooid te zijn, hebben we een rijke schat aan teksten die ons kunnen helpen om niet ter plaatse te blijven trappelen, maar dieper door te dringen in de mysteries van Gods Liefde.

In deze uitzending gaan we weer verder met het besef van Gods aanwezigheid. Eens we bewust zijn dat God steeds bij ons is, of beter, dat wij steeds bij God zijn, dan groeit de vastberadenheid om elkaar nooit meer te verlaten of uit het oog te verliezen. God zal ons wel niet uit het oog verliezen, maar wij kunnen hem wel vrij makkelijk uit het oog verliezen door onze veelvuldige bezigheden en zorgen.

Eens we ons meer zijn gaan toeleggen op het gebed, zien we dat eveneens meer en meer dat het nieuwe ervan afgaat. Bij een plotse bekering wordt dit alles zeer gevoelsmatig beleefd. Onze zintuigen worden daarvoor veelal sterk aangesproken. Maar na verloop van tijd schijnt God dieper te werken in ons, en schijnen onze zintuigen van langs om minder gewaar te worden van die vrede en dat geluk om bij God te zijn. We kunnen ons dan ook stilaan gaan afvragen of we dit alles niet hebben ingebeeld.

We vervolgen nu we onze zoektocht naar wat een gebedsleven inhoudt. Het bidden staat namelijk centraal in een gezond Christelijk leven. Het is namelijk het verbonden blijven met de bron van het leven, de adem van het leven ontvangen zodat Gods scheppend en herscheppend werk verder in en door ons mag gerealiseerd worden. Het is de diepe levensvreugde en -vrede vinden, of beter bezitten, die voortvloeit uit een leven in verbondenheid met God. Deze diepe vrede en vreugde rust ons toe om vastberaden de wil van God de Vader voor ons leven aan te durven, waar die ons ook mag toe leiden.

We hernemen een stukje getuigenis van de Heilige Teresa van Avila dat we vorige keer hebben gehoord, om wat we toen ontdekt hebben weer tot ons te laten doordringen:

Gedurende achttien jaar durfde ik niet, tenzij ik net te communie was gegaan, om zonder een boek te beginnen bidden. Zonder een boek vreesde mijn ziel evenzeer om in het gebed te verwijlen, dan om tegen een menigte mensen te strijden. Deze remedie was voor mij daarentegen zoals een geleide en een schild, om me te behoeden tegen de slagen van alle gedachten die mij verontrustten, en dat gaf me zekerheid.

Wanneer we geproefd hebben van de genade die God ons geeft door verbonden met hem door het leven te gaan, zullen we ons als vanzelf voornemen om deze genade niet te verliezen. "We zullen elkaar nooit verlaten." Dat is het wat we verlangen vanuit de deugd die we hebben ervaren dank zij onze gebedsrelatie met hem.

Jawel, onze belofte om thuis te komen in het gebed is vervuld! We kunnen nu "bidden"! Maar als we trouw zijn aan het gebed, zullen we weldra enkele vragen zien opdagen naar gelang we op geestelijk vlak vooruitgang maken.

Toch wacht er ons nog een laatste element om onze kleine leertijd te beëindigen: namelijk het "reactiveren" van onze gebedstijd gedurende de hele dag. Inderdaad,

Zij die in een mooie tuin hebben gewandeld, verlaten die niet gemakkelijk zonder vier of vijf bloemen mee te nemen in hun hand, om van hun goede geur te genieten en ze de hele dag te bewaren. Zo moet eveneens onze geest die zich door de meditatie heeft verdiept in een of ander mysterie, een of twee of drie punten uitkiezen die we meer naar onze smaak hebben gevonden en meer geschikt voor onze vooruitgang. En dit om er ons de rest van de dag opnieuw aan te herinneren en ons in de gelegenheid te stellen om hun goede geur spiritueel te kunnen opsnuiven.

Dit wordt ons uitgelegd in de Inleiding tot het devote leven, II, 7 door Sint Franciscus van Sales.

Gedurende achttien jaar durfde ik niet, tenzij ik net te communie was gegaan, om zonder een boek te beginnen bidden. Zonder een boek vreesde mijn ziel even- omdat zeer om in het gebed te verwijlen, dan om tegen een menigte mensen te strijden. svgµ

We moeten er dus voor zorgen dat we ons weer bewust worden van de liefde van God zoals die zich aan ons heeft geopenbaard in het gebed. Daartoe leggen we dagelijks enkele precieze "afspraken" vast met de Heer: een of twee minuutjes om "spiritueel te ruiken (na te genieten)" van een of ander punt dat ons bijzonder heeft getroffen gedurende de meditatie van die dag. Wanneer het angelus klept op de toren van de nabijgelegen kerk bijvoorbeeld, of voor dat we ons opnieuw aan het werk zetten, enz. Ieder zal, rekening houdend met zijn eigen manier van leven, zijn spirituele rustpauzes zelf organiseren.

Deze korte momenten zijn "schietgebeden" zoals we ze van oudsher hebben genoemd. Dat wil zeggen dat we ons gebed "naar de hemel schieten" zoals een liefdeskreet, precies zoals geliefden elkaar tien keer per dag opbellen, enkel om te zeggen hoe ze van elkaar houden. Laten we met diezelfde frisheid onze relatie tot de Vader behartigen. Geleidelijkaan zal daardoor heel ons bestaan ervan doordrongen zijn, met van langs om minder grenzen tussen ons bidden en onze andere bezigheden:

Roep doorheen de dag uw ziel zoveel mogelijk terug in de aanwezigheid van God door een van de vier manieren die ik u [hieronder] aangewezen heb; kijk wat God doet, en wat jij doet: je zal zijn ogen naar jou toegekeerd zien, en voortdurend op u gevestigd weten met een onvergelijkbare liefde...
Verlang dus regelmatig naar God door korte maar vurige zielsverlangens van jou hart: bewonder zijn schoonheid, doe een beroep op zijn hulp, werp je in de geest aan de voeten van het kruis, aanbid zijn goedheid, ondervraag hem vaak over uw heil, geef Hem duizend maal uw ziel, vestig jou innerlijke ogen op zijn zachtheid, reik Hem de hand zoals een kind tot zijn vader opdat Hij je leide.

Dit stukje komt eveneens uit de Inleiding tot het devote leven, II, 12-13, van Sint Franciscus van Sales.

Dit is weer een tekst die zo belangrijk is om goed te begrijpen en in ons leven een plaats te geven, dat we er een stukje van nogmaals willen hernemen:

Verlang dus regelmatig naar God door korte maar vurige zielsverlangens van jou hart: bewonder zijn schoonheid, doe een beroep op zijn hulp, werp je in de geest aan de voeten van het kruis, aanbid zijn goedheid, ondervraag hem vaak over uw heil, geef Hem duizend maal uw ziel, vestig jou innerlijke ogen op zijn zachtheid, reik Hem de hand zoals een kind tot zijn vader opdat Hij je leide.

Roep doorheen de dag uw ziel zoveel mogelijk terug in de aanwezigheid van God door een van de vier manieren die ik aangewezen heb; kijk wat God doet, en wat jij doet: je zal zijn ogen naar jou toege- keerd zien, en voortdurend op u gevestigd weten met een onvergelijkbare liefde... svgµ

Het is trouwens op die manier dat heel ons leven beetje bij beetje gebed wordt. Dat vertelt ons nu de zalige Columba Marmion, (1858-1923):

Als we dagelijks trouw zijn om een min of meer lange tijd toe te wijden om ons met onze hemelse Vader te onderhouden, naar gelang van onze bekwaamheid en plichten van staat, om zijn ingevingen te ontvangen en te luisteren naar de herinneringen van zijn Geest, dan zullen de woorden van Christus (de Verba Verbi, zoals Sint Augustinus ze noemt) zich vermenigvuldigend, de ziel binnenstromen met goddelijk licht, en in haar bronnen van levend water openend, om er zich steeds aan te kunnen laven. Hierdoor komen de beloften van Jezus Christus tot vervulling: "Als iemand dorst heeft, dat hij kome en drinke; bij wie in mij gelooft zullen bronnen van levend water uit zijn binnenste stromen." En Sint Jan voegt er aan toe, "Hij zei dat van de heilige Geest die zij moesten ontvangen die in Hem geloven."
In ruil hiervoor vertaalt de ziel steeds haar gevoelens in geloofsdaden; van berouw, van vertrouwen, van liefde, van welwillendheid, van overgave aan de wil van de hemelse Vader; het gebed wordt zoals haar ademhaling, haar leven; de ziel is vervuld van de geest van gebed. Bidden wordt dan een gesteltenis, en de ziel kan God vinden wanneer zij wil, zelfs te midden al haar bezigheden.
De ogenblikken gedurende de dag dat de ziel zich uitsluitend toewijdt aan de formele oefening van het bidden, zijn enkel de intensifiëring van deze gesteltenis. Ze blijft daar gewoonlijk (maar stilletjes) in, verbonden met God, om innerlijk met Hem te praten, en om zelf te luisteren naar de stem van omhoog.
Deze gesteltenis is meer dan de eenvoudige aanwezigheid van God; het is een liefdevol innerlijk onderhoud, waarin de ziel tot God praat, soms met de lippen, maar het vaakst met het hart. Ze blijft intiem met Hem verbonden, ondanks het gevarieerde werk en de bezigheden van de dag. Er zijn heel wat eenvoudige en oprechte zielen, die, trouw aan de aantrekkelijkheid van de heilige Geest, komen tot deze o zo aantrekkelijke gesteltenis.

Deze tekst komt van de zalige Columba Marmion, uit zijn werk: Christus, Leven van de ziel, II, X, 4

De zalige Columba Marmion was van Frans-Ierse afkomst. Hij werd priester gewijd op 23-jarige leeftijd. Op 30-jarige leeftijd werd hij benedictijn in de abdij van Maredsous, waar hij abt zal worden. Hij was een getalenteerde predikant en directeur, auteur van "Christus, leven van de ziel". Hij was één van de meesters van het spirituele leven in de twintigste eeuw, en werd zalig verklaard in het jaar 2000.

We nemen nu even een veel ouder tekstje ter hand, namelijk uit de zeer bekende Belijdenissen van Sint Augustinus. Het zal ons helpen even tot bezinning te komen over de vreugde die we ondervinden bij het bidden.

Misschien heeft deze leerschool van het persoonlijk(er) gebed ons ontvankelijk gemaakt voor een niet te vermoeden wereld, deze van het innerlijke kasteel die God bewoont: Hij was daar, en wij sliepen. Intreden in het gebed, is zich ontwaken voor die aanwezigheid, zoals men zich van zichzelf bewust wordt na een diepe slaap. Laten we God danken voor deze ontdekking of voor deze herontdekking van deze realiteit. Luister maar wat Sint Augustinus ons vanuit zijn ervaring en relatie met God leert:

Ik heb u wel laat bemind, schoonheid, zo oud en zo nieuw! Ja, ik heb u erg laat bemind! Gij waart wel in mij, maar ik was erbuiten... Ik zocht u (er)buiten in bevallige schepsels die u maakte, maar in het najagen daarvan was ik niet bevallig. U was bij mij, maar ik was niet bij u; en deze schepsels die er zonder u niet zouden zijn, hielden mij ver van u.
U hebt me geroepen, u verhief uw stem, en u hebt mijn doofheid overwonnen; u hebt uw licht doen stralen, u hebt me verlicht en mijn blindheid doen verdwijnen; u hebt uw geur verspreid; ze heeft mijn adem aangetrokken, en zie, ik kan u weer ademen; ik heb u geproefd, en zie, ik honger en dorst nu naar u; u hebt me aangeraakt, en zie, ik brand van verlangen om uw vrede te leren kennen.

Ja, laten we ook een deel van deze woorden eveneens hernemen om ze dieper in ons hart te laten doordringen. Ze zijn inderdaad zeer belangrijk voor ieder van ons:

Ik heb u wel laat bemind, schoonheid, zo oud en zo nieuw! Ja, ik heb u erg laat bemind! Gij waart wel in mij, maar ik was erbuiten... Ik zocht u (er)buiten in bevallige schepsels die u maakte, maar in het najagen daarvan was ik niet bevallig. U was bij mij, maar ik was niet bij u; en deze schepsels die er zonder u niet zouden zijn, hielden mij ver van u.

Met deze teksten begrijpen we beter dat het er enkel op aankomt trouw te blijven aan het bidden. De "geestelijke pauzes" die we hier bespreken zijn volstrekt beslissend daarvoor. Na verloop van tijd zullen ze automatisch tot stand komen, maar laten we voor het ogenblik niet teveel rekenen op de spontaniteit. Een klein maar zeer doeltreffend middel is, het heel eenvoudig opschrijven van onze afspraak met de Heer: schrijven verplicht ons om nauwkeurig te zijn, het stelt ons ook in staat om onze trouw na te gaan en ze eventueel te herstellen daar waar een blik op onze agenda ons attent maakt op een gemiste afspraak!

Ons dagelijks gebed is nu opgesteld. Vervolgens kunnen we onze aandacht wijden aan de vragen die zich het meest stellen naar gelang we een leven van gebed leiden. In deze editie zal dit al even ter sprake komen.

Bij de teksten Om te bezinnen, zullen we weinig of geen commentaar meer toevoegen, maar we zullen alles wat we tot nu toe hebben uitgelegd in praktijk brengen: we zullen een korte en aan het thema aangepaste tekst uit het evangelie kiezen; en we laten ze volgen door enkele teksten van onze heilige vrienden, die zeer snel onze genegenheden en onze voornemens zullen opwekken, opdat dit evangelie zich in ons leven mag incarneren.

Het verlangen dat vanuit de deugd die we hebben ervaren dank zij onze gebedsrelatie met God, hebben we diep in ons hart besloten dat we elkaar nooit meer zullen verlaten. Maar wat moeten we doen wanneer na een zekere tijd die deugddoende gevoelens afzwakken en verdwijnen. Met andere woorden stil staan bij de vraag: "Wat gedaan als de woorden niets meer schijnen te zeggen..." of op te wekken in ons hart ?

Voor een groot aantal mensen die trouw zijn aan het bidden, zal de methode die we hierbij hebben aangeduid hen op een zeker moment niet meer aanspreken: nauwelijks zullen ze geprobeerd hebben om een passage uit het evangelie te lezen of hun geest vliegt weg. Het denken alleen al zal hen storen. De goede voornemens zijn trouwens in ieder geval vooraf reeds genomen... In deze situatie blijft er bij hen slechts een soort evidentie dat God daar is, en dat alles wat men verlangt erin bestaat daar bij Hem te blijven. Dat is ook alles wat wij verlangen.

Dit gebed van de gemoedsrust, is iets boven- natuurlijks, en, wat onze inspanningen ook zijn, we kunnen het uit onszelf niet bereiken, want de ziel vestigt er zich in vrede, of veeleer: de Heer zet haar daar in Zijn aanwezigheid... Het lijkt erop dat ze niet meer in de wereld zijn. svgµ

Als dit zo is bij jou, zal de eerstvolgende tekst van de heilige Teresa van Avila voor jou waarschijnlijk heel herkenbaar zijn. Ze is hier de vraag in het onze Vader: "Uw wil geschiede!" aan het becommentariëren:

Er zijn van die ogenblikken dat (moe van de weg) de Heer ons plaatst in de rust van de vermogens, in de gemoedsrust van de ziel. Hij doet ons dan duidelijk verstaan (alsof Hij ons teken doet) wat het betekent voor hen aan wie het gegeven is om binnengeleid te worden in Zijn Rijk.
Als je het niet reeds zou zeggen dat ik van de contemplatie spreek, zou deze vraag van het Onze Vader me hier een mooie aanleiding geven om u een beetje te spreken van de aanvang van de zuivere contemplatie. Door hen die daar ervaring mee hebben wordt dit het gebed van de gemoedsrust genoemd.
Dit gebed van de gemoedsrust, is iets bovennatuurlijks, en, wat onze inspanningen ook zijn, we kunnen het uit onszelf niet bereiken, want de ziel vestigt er zich in vrede, of veeleer: de Heer zet haar daar in Zijn aanwezigheid... Het is zoals een inwendig en uitwendig stillen; de mensen die zich in die staat bevinden verlangen dat het lichaam niet meer zou bewegen, opdat ze die rust niet zouden verliezen, zozeer dat ze zich niet durven te verroeren. Spreken valt hen dan zelf moeilijk; ze zullen een uur besteden om één enkele "onze Vader" te bidden. ...Het lijkt erop dat ze niet meer in de wereld zijn, ze verlangen er niets van te zien noch te horen, maar enkel God. Niets maakt hen verdrietig, en niets schijnt hen nog te kunnen behagen.

Dit tekstje is van de heilige Teresa van Avila uit de Weg van de volmaaktheid, 52-53

"Als je niet zou zeggen dat ik van de contemplatie spreek..." zegt ons de Heilige Teresa. Zie het grote woord is gevallen! Neen, de contemplatie is niet voorbehouden aan monniken: ze is die rust, die gemoedsrust die van elders komt, en die ons in zekere zin "de woorden ontneemt" aan ons bidden ("spreken valt hen moeilijk in die gesteltenis..."), en brengt ons in de war, omdat we de indruk krijgen van niet meer te bidden. Maar straks zullen we zien dat het maar een indruk is.

"Ze verlangen er niets van de wereld te zien noch te horen, maar enkel God." Daar is Iemand, en al het overige stoort. Misschien twijfel je eraan dat zo iets eenvoudigs u kan overkomen? Dat God zich in jou kan interesseren? Stel je in dat geval de volgende vraag: "Als dat echt waar zou zijn... zou dat niet het grootste geluk zijn dat me kan overkomen?" Niet waar? Twijfel er dus niet aan: het is geen illusie! Maar je zal je wel moeten wennen om die met God gevulde rust niet te verstoren, om niet bezorgd te zijn voor zijn transparantie, en de stille trouw eigen te maken. Dat is het wat we zeker niet uit het oog mogen verliezen.

We hernemen een stukje van de hiernet gelezen tekst van Teresa van Avila om het wat dieper in ons bewustzijn te laten doordringen:

Dit gebed van de gemoedsrust, is iets bovennatuurlijks, en, wat onze inspanningen ook zijn, we kunnen het uit onszelf niet bereiken, want de ziel vestigt er zich in vrede, of veeleer: de Heer zet haar daar in Zijn aanwezigheid... Het is zoals een inwendig en uitwendig stillen; de mensen die zich in die staat bevinden verlangen dat het lichaam niet meer zou bewegen, opdat ze die rust niet zouden verliezen, zozeer dat ze zich niet durven te verroeren. Spreken valt hen dan zelf moeilijk; ze zullen een uur besteden om één enkele "onze Vader" te bidden. ...Het lijkt erop dat ze niet meer in de wereld zijn, ze verlangen er niets van te zien noch te horen, maar enkel God. Niets maakt hen verdrietig, en niets schijnt hen nog te kunnen behagen.

Om te bezinnen blijven we even stilstaan bij het verhaal van Martha en Maria in het Lucasevangelie:

Maria, ging aan de voeten van de Heer zitten en luisterde naar zijn woorden. Maar Martha werd helemaal in beslag genomen door de zorg voor haar gasten. Ze ging naar Jezus toe en zei: ‘Heer, kan het u niet schelen dat mijn zuster mij al het werk alleen laat doen? Zeg tegen haar dat ze mij moet helpen.’ De Heer zei tegen haar: ‘Martha, Martha, je bent zo bezorgd en je maakt je veel te druk. Er is maar één ding noodzakelijk. Maria heeft het beste deel gekozen, en dat zal haar niet worden ontnomen.’

Hugo van Sint-Viktor zegt ons hierover het volgende:

Opgaan naar God, is binnengaan bij zichzelf, maar op een manier die onuitsprekelijk is. Het is het meest intieme van zichzelf binnendringen.

Sint Jan van het Kruis voegt er dit aan toe:

Het centrum van de ziel is God; en als ze daar zal zijn aanbeland volgens het vermogen van haar bestaan, en de volle kracht van haar handelen, zal ze haar ultiem en diepste centrum bereikt hebben; wat ook zo zal zijn wanneer ze God bemint met al haar krachten, en dat ze Hem kennen zal en van Hem zal genieten.

En luisteren we nog even naar wat de heilige Angela van Foligno ons op het hart drukt:

Voor die inkeer in zichzelf moet men elke overbodige gewoonte schrappen, elke overbodige familiariteit met de schepsels. Welke het ook moge zijn: elke overbodige kennis, elke overtollige handeling en bezigheid. In één woord: het is noodzakelijk dat de mens zich losmaakt van alles wat verdeelt.

"Bidden... bij de heiligen in de leer" helpt hen goed op weg. Met heel wat aandachtspunten en suggesties wordt een groeipad voorgesteld om stapsgewijs te bewandelen. Mgr. Koen Vanhoutte svgµ

Laten we nog even stilstaan bij enkele aanbevelingen:

Zich nooit verkrampen in het gebed; zich nooit geweld aandoen om te denken, dit zijn aanbevelingen die we zeker moeten doorgeven. Mochten we dat niet voor ogen houden, dan zouden we concentratie en inkeer met elkaar verwarren, de fabricage van een gedachte met het onthaal van een persoon. Het geloofsleven gehoorzaamt aan alle wetten van elk relationeel leven. Soms is er behoefte aan woorden, vooral bij de aanvang; soms is er nood aan stilte, soms is men in form; soms is men daar spijts de vermoeidheid, louter uit trouw. Zoals er geen andere manier bestaat van lief te hebben dan om te proberen lief te hebben, is er geen andere noch betere manier om te bidden dan om te proberen te bidden.

Ziezo, we hebben nu een hele weg afgelegd om het bidden in ons leven duidelijker te laten vorm krijgen in ons leven. Vandaag zijn we stil blijven staan bij twee thema's: ten eerste dat we nu we God steeds dichter bij ons weten, we elkaar nooit meer willen verlaten; maar daarbij hoort ook soms de frustratie dat na verloop van tijd, de woorden plots niets meer schijnen te willen zeggen. We zouden dit als groeipijnen kunnen omschrijven. Momenten om onze volharding in het gebed, en onze vastberadenheid te tonen om met God verbonden te blijven.

Volgende keer gaan we weer een aantal teksten ter hand nemen van onze plaatselijke mystieker, Jan van Ruusbroec. We zullen teksten uitkiezen die ons zijn visie beter zullen leren begrijpen. Niet alleen zal dat ons helpen om zijn eigen, maar ook andere mystieke literatuur beter te leren situeren en duiden.

De teksten die we in deze editie hebben voorgelezen komen voor een groot deel uit een werkje van Pater Max de Longchamp, "Oraison à l'école des Saints", vertaald als "Bidden... bij de Heiligen in de leer". Het is een bescheiden poging om enkele belangrijke aspecten van onze hoge roeping en ons groot liefdesavontuur met God te proberen onder woorden te brengen.

Wenst u deze teksten graag nog eens rustig achteraf door te nemen, dan kan je via de website van Radio Maria de link vinden naar de uitgeschreven versie van deze uitzendingen.

Deze en andere edities, zowel als vele andere inspirerende mystieke teksten kan je vinden via de website van de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec. Met het korte adres: "jvr.4god.be" te schrijven in de adresbalk van je internet browser, kom je op de website terecht. De vier van 4god is het getal 4 en niet het geschreven woord; het is bedoeld in de zin van vieren in de gebiedende wijs. Ik herhaal het adres even: jvr.4god.be.

U kan ook steeds een hele reeks van de vroegere uitzendingen via internet herbeluisteren op de webpagina "Mystieke Lectuur" die jullie kunnen vinden op website van Radio Maria.

Het boekje "Bidden, ... bij de heiligen in de leer" kan eveneens worden besteld via Radio Maria of via de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec. Het kan een ideaal geschenk zijn voor mensen die jullie dierbaar zijn en/of die jullie willen helpen op deze weg van het heil.

En dus nog even de details van het boekje "Bidden... bij de heiligen in de leer" hernemen, gezien we in deze bijdragen niet het geheel hebben doorgenomen. Er zijn nog heel wat verhelderende raadgevingen en prangende vragen die erin behandeld worden. Het boekje in zakformaat uitgegeven is heel sterk ingebonden en zal lange tijd jullie gids kunnen zijn. Het formaat van het boekje is 10,5 cm op 15 cm. Het bevat 128 bladzijden's en is beschikbaar aan de zeer laag en democatisch gehouden prijs van 6 €.

_____________

U luisterde naar het programma Mystieke Lectuur, waar we deze keer stil zijn blijven staan bij een zeer belangrijk aspect van ons mens-zijn, namelijk "Het gebed, of eveneens onze geestelijke levensweg."

Vorige Inhoud Volgende


Ende hier-ave comt ongheduer van minnen. Want dat uutvloyende gherinen Gods stoect ongheduer, ende eyscht ons werc, dat es : dat wij minnen die ewighe Minne. _-oOo-_ En hiervan komt het onstuimig ongeduld van minne. Het uitvloeiende aanroeren Gods verwekt ongedurigheid en vordert van ons werkzaamheid, nl. dat wij de eeuwige Minne beminnen.

Jan van Ruusbroec, VANDEN BLINCKENDEN STEEN, p.32, v13-16.

Hartelijk dank voor het bezoek aan onze webstek !

Wie het apostolaat van de vereniging op prijs stelt en wil steunen,
kan dit via een storting op haar bankrekening: BE63 0018 9649 6308

Onze website maakt geen gebruik van cookies, wij willen geen inbreuk doen op uw privacy.