De onuitsprekelijke zoetheid van het gelukzalige leven, het lezen zoekt het, de meditatie vindt het, het gebed vraagt het, de contemplatie smaakt het.


Guigo de Kartuizer, De ladder van het Paradijs.

Bij de Heiligen in de leer: over het innerlijk gebed

Bij de Heiligen in de leer: over het innerlijk gebed

Hem leren te beminnen & Boeken om ons te helpen - Aflevering 5

Veertigste editie

Mystieke lectuur voor Radio Maria België

Je kan de uitzending via deze webpagina van Radio Maria herbeluisteren.
Je zal een keuze moeten maken voor een van de uitzendingen.
Op de pagina van je keuze vind je na een korte omschrijving onderaan op die pagina
de mogelijkheid om deze bijdrage via een podcast te herbeluisteren.


BIDDEN... bij de heiligen in de leer

Hem leren te beminnen & Boeken om ons te helpen. - Aflevering 5

Programma "Mystieke Lectuur" presenteert sterke en diepe teksten van heiligen en van mystieke auteurs voornamelijk over de intieme (gebeds)relatie met God; Pareltjes vanuit onze rijke schat aan Christelijke spirituele traditie.

Welkom beste luisteraars. In deze uitzending gaan we weer verder met de vraag wat ons gebed als christen is. Het is er bij het bidden eigenlijk om te doen om God te leren beminnen. Ieder moet zelf de liefde van God in het gebed ontdekken. Niemand kan dat in de plaats van een ander. God zelf heeft ons het eerst bemind, en heeft ons zijn liefde tot het uiterste getoond in Jezus onze Heer, maar wij moeten er bewust van worden.

Als we die weg willen inslaan, gaan we liefst bij de Heiligen in de leer, of om het met meer hedendaagse woorden te zeggen: we gaan bij ervaringsdeskundigen ons licht opsteken. Zij kunnen vanuit hun ervaring ons het best inlichten over wat het gebed eigenlijk is. Om dat namelijk te doen, worden ze steeds geconfronteerd met de grote uidaging om het onzegbare afdoende onder woorden te brengen. Willen we door hen hierbij geholpen worden, dan moeten geduld hebben en aandachtig luisteren, of beter zelf, aandachtig lezen wat ze ons hebben nagelaten aan rijke christelijke spirituele lectuur. Het vraagt wel een hele toeleg, om zelf stilaan meer inzicht te krijgen in datgene dat ons verstand voor een groot stuk ver te boven gaat, maar het loont echt de moeite.

Het woordje heiligen wordt enerzijds gebruikt voor mensen die na hun dood werden heilig verklaard door de Kerk. Maar anderzijds kan het ook ruimer gebruikt worden. Sint-Paulus richt zich bijvoorbeeld in zijn brieven tot de heiligen van de gemeentes waarnaar hij de brieven schrijft. Dezen waren toen nog niet heilig verklaard en de meesten onder hen zijn ook nooit heilig verklaard geweest, maar de Apostel Paulus richt zich toch tot hen met deze aanspreektitel. We zijn namelijk allen geroepen tot de heiligheid! en in de mate dat we ons daar echt op willen toeleggen, geeft God ons daar dan ook de genade toe. Meer hoeft dat ook niet te zijn... want de Heiligheid zelf is een gave van God, die we louter op eigen krachten niet kunnen bekomen.

Wij zijn echter van nature mensen die graag op veilige afstand blijven van God. Hij boezemt ons immers ontzag in, althans als we hem als Schepper en Heer van alles weten. Anderen zullen het wel in onze plaats doen denken we dan.

Toen Mozes met het Volk van God in de woestijn verbleef bij de berg Horeb, dan was het de bedoeling dat op een gegeven ogenblik, het hele volk samen met Mozes een eind de berg op zouden gaan om de Heer tot hen te horen spreken. Maar in Deuteronomium hst. 18 v. 16 horen we dat het volk daar schrik van heeft gekregen, en verkoos dat God zich via een profeet tot hen zou richten, en niet rechtstreeks. Luisteren we even naar een stukje van die tekst.

Uit uw eigen broeders zal de heer uw God een profeet laten opstaan zoals ik, naar wie u moet luisteren. U hebt dat immers bij de Horeb, op de dag van samenkomst, aan de heer uw God gevraagd. Toen hebt u gezegd: "Laat mij de stem van de heer mijn God niet meer horen, en dat grote vuur niet meer zien, anders sterf ik."

Genesis 18, 15-16

Om deze rare gang van zaken beter te begrijpen moeten we even terugkijken naar het vijfde hoofdstuk van hetzelfde boek Genesis: namelijk in Genesis 5, 1-22. In de eerste vijf verzen daarvan zegt Mozes: "De Heer onze God heeft bij de Horeb een verbond met ons gesloten. [3] De Heer heeft dat verbond niet met onze voorouders gesloten, maar met ons, met iedereen die hier vandaag nog in leven is. Van aangezicht tot aangezicht heeft de heer op de berg vanuit het vuur met u gesproken. Ik stond toen tussen de heer en u in, om u zijn woorden over te brengen, want uit angst voor het vuur bent u de berg niet opgegaan."

God immers wil door ons overeenkomstig zijn edel- heid bemind worden, maar hierin schieten alle geesten te kort, en daardoor komt het, dat hun minne zonder wijze wordt en zonder mate, omdat zij niet weten hoe dit te doen of wat daartoe aan te vangen, daar aller geesten minne begrensd is. svgµ

Het bidden staat namelijk centraal in een gezond Christelijk leven. Het bidden is (zoals we reeds herhaald hebben) innig verbonden blijven met de bron van het leven. Gods oneindige liefde in ons hart laten binnenstromen en Hem zijn herscheppend werk in ons en door ons laten verrichten. Het is de diepe levensvreugde en -vrede vinden, of beter gezegd bezitten, die voortvloeit uit een leven in verbondenheid met God. Deze diepe vrede en vreugde, rust ons toe om vastberaden de wil van God de Vader voor ons leven aan te durven, waar die ons ook mag toe leiden.

Luisteren we nog even naar een stukje uit de Inleiding op het devote Leven van Sint-Franciscus van Sales dat we in de vorige editie hebben gelezen, en dat ons eraan herinnert dat we naast de voorbereiding van ons gebed, het sturen ervan aan God moeten overlaten wanneer Hij wil.

Je zal het soms meemaken, dat onmiddellijk na de voorbereiding (op je meditatie), je genegenheid geheel bewogen is in God. Dan moet je de teugels loslaten, zonder de methode die ik je gegeven heb verder te willen volgen. Waar althans normaal gezien de overweging de genegenheid moet voorafgaan, als de Heilige Geest je onmiddellijk de genegenheid geeft vóór de overweging, dan moet je niet zoeken naar de overweging ...

Hem leren te beminnen, daar gaat het nu precies om. Maar om Hem te leren beminnen moeten we geen schrik hebben om dicht bij Hem te komen, zijn liefdevuur te ervaren, vertrouwen te hebben dat we er niet aan tenonder zullen gaan...

Laten we, vooralleer verder te gaan, eerst nog enkele dingen goed verduidelijken.

De meditatie heeft de taak om de genegenheid geboren te laten worden, zoals we dit reeds hebben uitgewerkt. Of als je het verkiest, ze warmt de liefde tot God weer op die ons doet binnentreden in het gebed, en die misschien een beetje lauw geworden was! Maar opgelet! Het woord genegenheid of affectie heeft een evolutie meegemaakt, naar een grotere sentimentaliteit (bijvoorbeeld: "voor iemand een affectie gevoelen..."). Het bevat het risico om het beminnen, en de indruk van te beminnen met elkaar te verwarren (we hernemen hier wat we een paar edities geleden hebben ter sprake gebracht). Men kan zeer goed smoorverliefd zijn, en toch niet kunnen liefhebben, of omgekeerd! Bij het bidden wil dat zeggen dat we vaak geen enthousiasme hebben bij het zoeken van de wil van God... Maar laten we, wat er ook van zij, terugblikken op wat de Heilige Theresa van Avila ons reeds vertelde: "Al wie novice is in het bidden (vergeet dit niet, het is heel belangrijk), moet als enige eis hebben om zo vastberaden mogelijk te zwoegen, (zich ertoe te brengen, of zich bereid te maken) tot het conformeren van zijn/haar wil met deze van God."

Die wil van God tot de onze maken gaat vanzelf als we het liefdevuur van God in ons hart hebben ervaren. Het doet ons eigen hart ontbranden in en door datzelfde liefdevuur.

Hem leren te beminnen, daar gaat het nu precies om. Maar om Hem te leren beminnen moeten we geen schrik hebben om dicht bij Hem te komen, zijn liefdevuur te ervaren, vertrouwen te hebben dat we er niet aan tenonder zullen gaan... svgµ

Eveneens zullen we goed begrijpen dat deze genegenheden of affecties waarvan Sint-Franciscus van Sales spreekt, zich nu gaan omvormen tot voornemens. Ze zullen concreet de vereisten van de liefde tot God bewerkstelligen die we zullen hebben ontdekt in onze bezinning. We laten nu Sint-Franciscus aan het woord:

De bezinning verbreidt goede gemoedsbewegingen in de wil of in het affectieve deel van onze ziel. Voorbeelden daarvan zijn: de liefde tot God en tot onze naaste, het verlangen naar het paradijs en van de glorie, de ijver voor het heil van de zielen, de navolging van het leven van Onze Heer, het medelijden, de bewondering, de vreugde, de vrees voor de ongenade van God, de vrees voor het oordeel en voor de hel, de haat voor de zonde, het vertrouwen in de goedheid en de barmhartigheid van God, de verlegenheid voor ons slecht leven in het verleden. In al deze genegenheden of affecties moet onze geest zich zo ver mogelijk uitstrekken, uitstorten en schenken...
Men moet nochtans niet zozeer stil blijven staan bij de algemene gemoedsbewegingen, zodat men er niet toe zou komen ze omvormen tot bijzondere en speciale voornemens voor uw verbetering en herstelling. Het eerste woord dat Jezus bijvoorbeeld aan het kruis spreekt, zal zonder twijfel een goede genegenheid tot navolging in uw ziel uitstorten. Het verlangen namelijk om uw vijanden vergiffenis te schenken en hen lief te hebben. Welnu, ik zeg dat dit maar weinig voorstelt als je er geen speciaal voornemen aan toevoegt zodat: "ik me nu echter niet meer zal laten gaan door hatelijke woorden die de een of ander, (mijn buurman of buurvrouw bijvoorbeeld) over mij vertelt, noch over een of andere minachting me door de een of de ander toegedaan. In tegendeel, ik zal het ene of andere doen om het te verdienen en het makkelijker te verkrijgen, enz." Hierdoor zal je je eigen fouten in een mum van tijd verbeteren, daar waar je enkel door de genegenheden bewogen het laat of met tegenzin zult doen.

Dit komt uit de Inleiding op het devote Leven, II, 6 van Sint Franciscus van Sales

Zoals we daarnet hebben gezegd:

Hem leren te beminnen, daar gaat het nu precies om. Maar om Hem te leren beminnen moeten we geen schrik hebben om dicht bij Hem te komen, zijn liefdevuur te ervaren, vertrouwen te hebben dat we er niet aan tenonder zullen gaan...

Het woord van God werd toen gericht tot Johannes, de zoon van Zacharias, in de woestijn. En hij ging overal in de Jordaanstreek een doopsel van bekering verkondigen tot vergeving van zonden... svgµ

Laten we nu stilstaan bij een paar teksten die ons zullen helpen om ons te bezinnen. We nemen hiervoor de prediking van Johannes de Doper:

Het woord van God werd toen gericht tot Johannes, de zoon van Zacharias, in de woestijn. En hij ging overal in de Jordaanstreek een doopsel van bekering verkondigen tot vergeving van zonden, zoals geschreven staat in het boek met de woorden van de profeet Jesaja: Een stem roept in de woestijn: Bereid de weg van de Heer, maak zijn paden recht; elk dal zal worden opgevuld, elke berg en heuvel geslecht; bochtige wegen worden recht, oneffen paden vlak; en alle mensen zullen de redding zien die van God komt."
... De mensen vroegen hem: ‘Wat moeten wij dan doen?’ Hij gaf hun ten antwoord: ‘Wie twee stel kleren heeft, moet delen met wie niets heeft, en wie te eten heeft, moet hetzelfde doen.’ Ook tollenaars kwamen zich laten dopen en zeiden: ‘Meester, wat moeten wij doen?’ Tegen hen zei hij: ‘Vorder niet meer dan u is voorgeschreven.’ Ook soldaten stelden hem de vraag: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ Tegen hen zei hij: ‘Mishandel niemand, pers niemand uit, ook niet onder valse voorwendsels, maar wees tevreden met uw soldij.’
... Zo en op vele andere manieren verkondigde hij met klem aan het volk de goede boodschap.

Deze passages, zijn sprokkels genomen uit het Evangelie volgens Sint-Lucas, hoofdstuk 3, vanaf vers 2 tot en met vers 18.

Deze heel eenvoudige tekst zal ons snel leiden tot het beschouwen van ons eigen leven. Daar ik me aanbied om door dit leven van gebed de Heer te verwelkomen, welke zijn de oneffen wegen in mijn leven? welke de kronkelpaden? die het moeilijk of onmogelijk maken voor de Heer om tot bij mij te komen, maar die het mij eveneens onmogelijk maken om zelf een stuk van die weg tot de Heer af te leggen?

Hoe kan ik me nu dan eigenlijk beter voorbereiden op de komst van de Heer? Vanuit die vraag zullen de praktische voornemens stilaan tot stand komen: voor de ene, zal dit een daad van ware naastenliefde zijn; voor een andere, een oprecht professioneel plichtsbesef terugvinden op het werk; voor nog een ander, zal het een voornemen zijn om een einde maken aan een oude rancune... Maar dit alles moet overeenkomen met een waarachtig en concreet voornemen. Het moet concreet worden uitgevoerd, zelfs als het soms een tijdje kan duren alvorens men er de mogelijkheid toe heeft. Maar als het enkel bij een voornemen blijft, en niet wordt gerealiseerd, dan bijft het steriel.

Men kan hierbij nooit voldoende onderlijnen dat liefhebben een daad is, veel meer dan een gevoel. Laten we daarom onmiddellijk de gewoonte nemen om ons bidden te beëindigen met een beslissing om een specifieke liefdedaad te stellen voor de Heer. Het is veel moeilijker, omdat het veel authentieker en concreter is, te beslissen om één Euro te geven aan de volgende zwerver, dan te beloven om heel zijn fortuin te geven aan de armen. Want in het eerste geval geeft men daadwerkelijk, in het andere speelt men zonder twijfel alleen maar met de (gedachte van) heiligheid...

En alvorens verder te gaan, staan we nog even stil bij de aanbevelingen die Johannes de Doper aan zijn toehoorders gaf:

... De mensen vroegen hem: ‘Wat moeten wij dan doen?’ Hij gaf hun ten antwoord: ‘Wie twee stel kleren heeft, moet delen met wie niets heeft, en wie te eten heeft, moet hetzelfde doen.’ Ook tollenaars kwamen zich laten dopen en zeiden: ‘Meester, wat moeten wij doen?’ Tegen hen zei hij: ‘Vorder niet meer dan u is voorgeschreven.’ Ook soldaten stelden hem de vraag: ‘En wij, wat moeten wij doen?’ Tegen hen zei hij: ‘Mishandel niemand, pers niemand uit, ook niet onder valse voorwendsels, maar wees tevreden met uw soldij.’

Een volgende stap zetten we nu. Daarmee willen we nagaan hoe we de nodige hulp kunnen vinden om in ons geestelijk leven vooruitgang te maken. Moest ieder van ons op eigen houtje deze weg moet ontdekken en begaan, dan zouden we niet snel vooruit gaan. We hebben namelijk een enorme schat aan ervaringen van Heiligen en mystiekers die ons in deze levensweg op aarde zijn voorgegaan, en die met de genade van God enorme stappen vooruit hebben gezet. Een aanzienlijk aantal van deze broeders en zusters in de Heer hebben vele dingen hiervan op schrift gesteld. Veel van deze werken zijn gekoesterd en bewaard gebleven voor de nakomende generaties. Laten we dus even stilstaan bij deze schat aan spirituele literatuur, bij al deze boeken die er bestaan, en die ons terdege kunnen helpen.

Deze stap is vooral bedoeld om diegenen te helpen die het moeilijk hebben om zich toe te leggen op de stappen bij het "versieren van het huis", bij het "praten met Hem" en bij het "leren Hem te beminnen". Indien we er niet toe komen om ons in te leven in de voorgestelde evangelieverhalen, en evenmin om er mooie ideeën en goede voornemens uit te halen. Laten we in dat geval gebruik maken van de ideeën en voornemens van anderen! Anders gezegd: dat we in de geschriften van de vrienden van God het voedsel zoeken dat ons eigen verstand ons niet kan bieden.

Versta wel dat dit niet hetzelfde is als het Evangelie te verlaten; we lezen het Evangelie of de Blijde Boodschap alleen maar door de bril van de heiligen. Theresa van het Kind Jezus lezen of Pater de Foucauld bij voorbeeld, geeft een krachtig verlangen om te leven van wat zij leefden, met andere woorden mezelf volledig te geven aan Christus. Een genegenheid is precies dat, en we zagen dat enkel de genegenheid doorslaggevend is bij het bidden.

Als het boek ons geen hulp meer biedt, zullen we merken dat we kunnen vliegen op onze eigen vleugels. Dat is het wat de grote Theresa van Avila heeft meegemaakt na 18 jaar. Daaruit blijkt dat we geen complexen mogen hebben om bij het bidden ons te laten helpen door een boek. Maar let wel op, het boek is daar niet om ons te verstrooien, maar precies om niet verstrooid te zijn als de ideeën niet komen.

... met de hulp van een boek, begon ik ze (de gemoedsbewegingen) te ontvangen, wat moed gaf aan mijn ziel. Heel dikwijls was het me voldoende om enkel het boek te openen, en dan weer had ik het nodig om meer of minder te lezen afhankelijk van de genade die God me gaf. svgµ

Luisteren we nog eens naar een tekstje van de heilige Theresa van Avila, uit haar Autobiographie:

]In het begin,[ heb ik het meeste van mijn tijd besteed aan het lezen van goede boeken: het was alles wat ik kon doen. God heeft me niet de gave gegeven om verstandelijk te redeneren, noch deze om me met vrucht van alles te verbeelden. Deze laatste is bij mij zo lui, dat mocht ik me de mensheid van onze Heer Jezus willen schetsen, of er een voorstelling van maken, ik er nooit toe zou kunnen komen.
Voor hen die niet kunnen reflecteren, is het belangrijk en passend om zich toe te leggen op het lezen...; dat zal hen veel helpen om zich te herbronnen, ja het zal zelf noodzakelijk zijn voor hen. Zelfs als hetgeen ze lezen weinig voorstelt, zal het voor hen de plaats innemen van het ]louter[ mentaal gebed waartoe ze uit zichzelf niet bekwaam zijn. ... Gedurende achttien jaar durfde ik niet, tenzij ik net te communie was gegaan, om zonder een boek te beginnen bidden. Zonder een boek vreesde mijn ziel evenzeer om in het gebed te verwijlen, dan om tegen een menigte mensen te strijden. Deze remedie was voor mij daarentegen zoals een geleide en een schild, om me te behoeden tegen de slagen van alle gedachten die mij verontrustten, en dat gaf me zekerheid. De dorheid was niet gebruikelijk voor mij, maar ze overviel me telkens als ik geen boek had, en dan vertrok mijn ziel en mijn aandacht eender waar naartoe. Maar met de hulp van een boek, begon ik ze ]de gemoedsbewegingen[ te ontvangen, wat moed gaf aan mijn ziel. Heel dikwijls was het me voldoende om enkel het boek te openen, en dan weer had ik het nodig om meer of minder te lezen afhankelijk van de genade die God me gaf.
Bij de aanvang, leek het me toe dat met deze boeken in afzondering en eenzaamheid, er geen enkel gevaar bestond om een zo groot goed te verliezen.

De tekst die we hier gelezen hebben komt uit de Autobiographie van de Heilige Theresa van Avila, (Autobiographie, 4). Opzich geen schokkende tekst, maar wel een van grote waarde op vlak van gewone levenservaring of levenswijsheid. Het lijkt me niet onverstandig om enkele zinnen hiervan nogmaals te hernemen om ze dieper in ons hart te laten indringen:

Gedurende achttien jaar durfde ik niet, tenzij ik net te communie was gegaan, om zonder een boek te beginnen bidden. Zonder een boek vreesde mijn ziel evenzeer om in het gebed te verwijlen, dan om tegen een menigte mensen te strijden. Deze remedie was voor mij daarentegen zoals een geleide en een schild, om me te behoeden tegen de slagen van alle gedachten die mij verontrustten, en dat gaf me zekerheid.

Jezus, is het licht van de harten die God zoeken.

Vandaag brengen we een tekst aan als voorbeeld van wat de Heilige Theresa van Avila ons zopas vertelde (een tekst die ze zeker in praktijk heeft gebracht): de eerste regels van de Navolgingen van Jezus Christus. Hij vertrekt vanuit het Evangelie, maar bereidt het werk van de meditatie voor ons voor, en er bestaat geen twijfel aan dat we het niet moeilijk zullen hebben om - geholpen door deze tekst - er concrete voornemens uit te trekken.

Luisteren we maar naar die eerste paar regels uit de Navolgingen van Jezus Christus:

"Wie Mij volgt, wandelt niet in de duisternis", zegt de Heer. (Joh. 8, 12). - Dit zijn woorden van Christus, waardoor wij aangespoord worden, Hem in Zijn leven en gedrag na te volgen, zo wij waarlijk verlicht willen zijn en bevrijd van alle verblinding van het hart.
Dat onze voornaamste studie er dus in bestaat om ons te bezinnen over het leven van Jezus Christus.
De leer van Christus overtreft alle leringen van de heiligen; en wie er de ware geest van bezat, zou er verborgen manna in vinden. Nu gebeurt het echter, dat velen, die dikwijls het Evangelie horen, daarbij weinig geroerd worden, want zij bezitten immers de Geest van Christus niet.
Wil je Christus' woorden helemaal begrijpen en smaken? Leg er u dan op toe heel uw leven gelijkvormig te maken aan het Zijne.
Wat baat het diepzinnig over de Drievuldigheid te redeneren, als je niet nederig bent, en daardoor de Drie-eenheid mishaagt?
Waarlijk, diepzinnige uiteenzettingen maken de mens niet heilig en rechtvaardig; slechts een deugdzaam leven maakt hem welgevallig aan God.
Al ken je de hele Bijbel van buiten en de spreuken van de filosofen, wat zou u dat alles baten zonder de genade en liefde van God?
Ijdelheid der ijdelheden, en alles is ijdelheid behalve God te beminnen en Hem alleen te dienen.
De hoogste wijsheid is: te streven naar het rijk der hemelen door de wereld gering te schatten.

Deze aansporingen zijn toegeschreven aan Thomas a Kempis (of van Kempen), uit zijn werk, De navolging van Christus, I, 1.

De leer van Christus overtreft alle leringen van de heiligen; en wie er de ware geest van bezat, zou er verborgen manna in vinden. Nu gebeurt het echter, dat velen, die dikwijls het Evangelie horen, daarbij weinig geroerd worden, want zij bezitten immers de Geest van Christus niet. svgµ

Ten slotte willen we aan het einde van deze uitzending nog volgende aanbeveling meegeven:

Welke tekst kiezen als men zich herkent in wat Theresa van Avila ons uitgelegd heeft? Teksten namelijk die de liefde in ons aanwakkeren! En dus geen teksten om een bezigheid te hebben tijdens ons gebed. We citeren nogmaals De navolging van Christus: "Lees veeleer datgene dat het hart raakt, dan wat de geest vermaakt." (I, 20)

De rijkdom van de Christelijke Traditie biedt ons een oneindige keuze aan teksten aan die ons daarbij kunnen helpen. Om de auteur te vinden die ons kan aanspreken en die misschien de vriend kan worden voor een heel leven, zal het eenvoudigste zijn om raad te vragen aan een kenner. Dit kan bijvoorbeeld in een religieuze gemeenschap waarvoor we een speciale affiniteit voelen. Op zich kan dit al een aanduiding zijn in welke spirituele traditie we ons zullen kunnen herkennen.

De teksten die we in deze editie hebben voorgelezen komen voor een groot deel uit een werkje van Pater Max de Longchamp, "Oraison à l'école des Saints", vertaald als "Bidden... bij de Heiligen in de leer". Het is een bescheiden poging om enkele belangrijke aspecten van onze hoge roeping en ons groot liefdesavontuur met God te proberen onder woorden te brengen.

Ziezo, we zijn weer aan het einde gekomen van deze uitzending.

Wenst u deze teksten graag nog eens rustig achteraf door te nemen, dan kan je normaal via de website van Radio Maria de link vinden naar de uitgeschreven versie van deze uitzendingen.

Deze en andere edities, zowel als vele andere inspirerende mystieke teksten kan je vinden via de website van de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec. Met het korte adres: "jvr.4god.be" te schrijven in de adresbalk van je internet browser, kom je op de website terecht. JVR staan voor de initialen van Jan van Ruusbroec, de vier van 4god is het getal 4 en niet het uitgeschreven woord vier; het is bedoeld in de zin van vieren in de gebiedende wijs. Ik herhaal het adres even: jvr.4god.be.

U kan uiteraard ook steeds deze en voorgaande uitzendingen herbeluisteren via de internetpagina Mystieke Lectuur op de website van Radio Maria.

Het boekje "Bidden, ... bij de heiligen in de leer" kan eveneens worden besteld via Radio Maria of via de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec. Het kan een ideaal geschenk zijn voor mensen die jullie dierbaar zijn en/of die jullie willen helpen op de weg van heil.

En dus nog even de details megeven van het boekje "Bidden... bij de heiligen in de leer" voor wie het nog niet zou gehoord hebben. Het boekje is heel sterk ingebonden en in zakformaat uitgegeven. Zakformaat, of pocketformaat, zoals dat in het Engels genoemd wordt. De afmetingen zijn 10,5 cm op 15 cm. Het bevat 128 bladzijden's en het is beschikbaar aan de zeer laag en democatisch gehouden prijs van 6 €. Voor bestellingen vanaf 5 exemplaren krijgen jullie ze nog met een korting.

_____________

U luisterde naar het programma "Mystieke Lectuur", waar we deze keer stil zijn blijven staan bij een zeer belangrijk aspect van ons mens-zijn, namelijk "Het gebed, of onze geestelijke levensweg."

Vorige Inhoud Volgende


Ende hier-ave comt ongheduer van minnen. Want dat uutvloyende gherinen Gods stoect ongheduer, ende eyscht ons werc, dat es : dat wij minnen die ewighe Minne. _-oOo-_ En hiervan komt het onstuimig ongeduld van minne. Het uitvloeiende aanroeren Gods verwekt ongedurigheid en vordert van ons werkzaamheid, nl. dat wij de eeuwige Minne beminnen.

Jan van Ruusbroec, VANDEN BLINCKENDEN STEEN, p.32, v13-16.

Hartelijk dank voor het bezoek aan onze webstek !

Wie het apostolaat van de vereniging op prijs stelt en wil steunen,
kan dit via een storting op haar bankrekening: BE63 0018 9649 6308

Onze website maakt geen gebruik van cookies, wij willen geen inbreuk doen op uw privacy.