De onuitsprekelijke zoetheid van het gelukzalige leven, het lezen zoekt het, de meditatie vindt het, het gebed vraagt het, de contemplatie smaakt het.


Guigo de Kartuizer, De ladder van het Paradijs.

Korte inleiding in teksten van Ruusbroec de Wonderbare

Leven in de volmaaktste staat van de heilige Kerk

Mystiekers, ervaringsdeskundigen aan het woord

Even proeven van de Spirituele rijkdom van weleer


Kennismaking 10

"De mens, die in de volmaaktste staat der heilige Kerk wil leven moet zijn : een ijvervol goed mens; een inwendig geestelijk mens; een verheven godschouwend mens en tegelijkertijd een (in liefde) uitvloeiend gemene mens. Wanneer deze vier dingen in een zelfde mens verenigd zijn dan leeft hij in een volmaakte staat, en dan neemt hij gestadig toe in genade, in alle deugden en in de kennis van de waarheid voor God en alle rechtschapen mensen." Zo begint Ruusbroec zijn werkje van de "Blinkende Steen". Elk van deze aspecten die we moeten bezitten om volwassen of volmaakte christen te zijn wordt in dat werkje verder een voor een uitgespit. We krijgen hier ook een belangrijk kernwoord uit de mystieke literatuur van Ruusbroec. Het woord "ghemeyne", of hier vertaald als "gemene". Dat wil niet zeggen dat hij onedel of zelfs kwaadaardig moet zijn zoals we dat woord nu veelal verstaan. Het woordje "ghemeyn" betekende veeleer dat de mens gemeenschappelijk, maar ook eenvoudig moet zijn, namelijk zoals God dat is, omdat Hij er is voor iedereen.

Dat de mens eigenlijk geroepen is om in de volmaaktste staat van de Kerk leven, zal sommigen onder ons wellicht wat elitair overkomen. Toch is dat in het geheel niet de bedoeling van Ruusbroec. Integendeel, die volmaaktste staat waarin de mens geroepen is te leven, maakt hem naar het voorbeeld van Jezus precies volkomen toegankelijk voor God en voor allen die zijn wegen kruisen en op hem een beroep doen. Men leeft niet meer egoïstisch voor zichzelf, want dat isoleert de mens en doet zich helemaal terugplooiën op zichzelf. Men is van dat alles volmaakt losgekomen en afgestorven, en dus volledig open en toegankelijk voor iedereen.

Vorige Inhoud Volgende


Ende hier-ave comt ongheduer van minnen. Want dat uutvloyende gherinen Gods stoect ongheduer, ende eyscht ons werc, dat es : dat wij minnen die ewighe Minne. _-oOo-_ En hiervan komt het onstuimig ongeduld van minne. Het uitvloeiende aanroeren Gods verwekt ongedurigheid en vordert van ons werkzaamheid, nl. dat wij de eeuwige Minne beminnen.

Jan van Ruusbroec, VANDEN BLINCKENDEN STEEN, p.32, v13-16.

Hartelijk dank voor het bezoek aan onze webstek !

Wie het apostolaat van de vereniging op prijs stelt en wil steunen,
kan dit via een storting op haar bankrekening: BE63 0018 9649 6308

Onze website maakt geen gebruik van cookies, wij willen geen inbreuk doen op uw privacy.