De onuitsprekelijke zoetheid van het gelukzalige leven, het lezen zoekt het, de meditatie vindt het, het gebed vraagt het, de contemplatie smaakt het.


Guigo de Kartuizer, De ladder van het Paradijs.

Korte inleiding in teksten van Ruusbroec de Wonderbare

Ruusbroec zegt heel veel over het mystiek geraakt worden door God

Mystiekers, ervaringsdeskundigen aan het woord

Even proeven van de Spirituele rijkdom van weleer


Kennismaking 9

Het aanraken Gods, dat Ruusbroec met het woord "gherinen" in al zijn vormen aanduidt, komt meer dan 130 keer voor in zijn werken. Het is een vrij specifiek woord voor het mystieke aanraken Gods. Het kadert natuurlijk in een geheel van actie en reactie tussen God en ons. In het tekstje dat volgt uit de "Blinkende Steen", wordt het aanraken of aanroeren Gods in die liefdesrelatie tussen ons en God mooi omschreven. "Nu dan, als wij gevoelen, dat Hij met heel deze rijkdom (met de onbegrijpelijke rijkheid waarmee Hij zich aan ons vertoont) de onze wil zijn en voortdurend in ons wil wonen, ontluiken hierdoor al de krachten onzer ziel, en bijzonder onze begeerte en lust. Want al de genadestromen Gods beginnen hierbij te vloeien, en hoe meer wij daarvan smaken, hoe meer wij verlangen te smaken; en hoe meer wij verlangen te smaken, hoe dieper wij ons openzetten voor zijn aanroeren; en hoe dieper wij ons openzetten voor Gods aanroeren, hoe meer de vloed zijner goedheid ons doorvloeit en overstroomt; en hoe meer wij doorvloeid worden en overstroomd zijn, hoe beter wij gevoelen en erkennen dat de zoetheid Gods onbegrijpelijk is en grondeloos." In deze ontmoeting en relatie met God, voelen we duidelijk aan dat elke vorm van boekhouding (van verdiensten) of rationaliteit (begrijpen van God) ver overstegen wordt. Gods liefde tart elke verbeelding als we ons ook maar even open stellen voor die liefde, en er ons door laten aanraken.

Vorige Inhoud Volgende


Ende hier-ave comt ongheduer van minnen. Want dat uutvloyende gherinen Gods stoect ongheduer, ende eyscht ons werc, dat es : dat wij minnen die ewighe Minne. _-oOo-_ En hiervan komt het onstuimig ongeduld van minne. Het uitvloeiende aanroeren Gods verwekt ongedurigheid en vordert van ons werkzaamheid, nl. dat wij de eeuwige Minne beminnen.

Jan van Ruusbroec, VANDEN BLINCKENDEN STEEN, p.32, v13-16.

Hartelijk dank voor het bezoek aan onze webstek !

Wie het apostolaat van de vereniging op prijs stelt en wil steunen,
kan dit via een storting op haar bankrekening: BE63 0018 9649 6308

Onze website maakt geen gebruik van cookies, wij willen geen inbreuk doen op uw privacy.