De onuitsprekelijke zoetheid van het gelukzalige leven, het lezen zoekt het, de meditatie vindt het, het gebed vraagt het, de contemplatie smaakt het.


Guigo de Kartuizer, De ladder van het Paradijs.

Korte inleiding in teksten van Ruusbroec de Wonderbare

Oefeningen van minne horen "Wiseloos" en "sonder maniere" te zijn

Mystiekers, ervaringsdeskundigen aan het woord

Even proeven van de Spirituele rijkdom van weleer


Kennismaking 7

Duidelijke recepten, dat is wat we zoeken wanneer we ons informeren over ons geestelijk leven. Wat moet ik doen om te bidden, hoe moet ik mijn relatie tot God en mijn naaste vorm geven. Dergelijke recepten vinden we veelal bij radicale strekkingen, maar niet bij Ruusbroec. Hierover leert hij ons dat onze oefeningen "Wiseloos", "sonder maniere" of zonder recept moeten zijn. Het zijn "oefeningen van minne", en liefde is geen liefde als ze een voorgeschreven recept volgt.

Het is Gods liefde die ons raakt omdat God ons het eerst heeft bemind, en ons door zijn oneindige liefde onderste boven haalt. Als ons hart door die liefde van God geraakt wordt, dan pas kunnen wij ons echt toeleggen om die liefde te beantwoorden. We doen dat onder andere door "oefeningen van duechden".

Doorgaans zijn we ook geneigd om deugden te beoefenen om iets te verdienen, om geëerd te worden door de mensen, of om onze hemel te verdienen. Dan werken we als huurlingen voor een beloning, maar niet uit liefde. Als we uit zuivere liefde werken, dan is dat zonder bijbedoelingen, en dus wijzeloos.

Met andere woorden leert Ruusbroec ons samen met de grote spirituele auteurs dat we slechts waarachtig deugdelijk zullen leven als we gedreven worden door de liefde. Het is het vuur van de liefde die God in ons hart doet oplaaien als Hij ons raakt met zijn liefde. We kunnen dit niet zelf opwekken, maar wel in de hand werken door ons af te wenden van alles wat niet God is, en ons open en ontvankelijk opstellen voor wat God voor ons wil.

Innige geestelijke oefeningen van minne vinden we ook in het voorbeeld dat Jezus ons geeft.

Vorige Inhoud Volgende


Ende hier-ave comt ongheduer van minnen. Want dat uutvloyende gherinen Gods stoect ongheduer, ende eyscht ons werc, dat es : dat wij minnen die ewighe Minne. _-oOo-_ En hiervan komt het onstuimig ongeduld van minne. Het uitvloeiende aanroeren Gods verwekt ongedurigheid en vordert van ons werkzaamheid, nl. dat wij de eeuwige Minne beminnen.

Jan van Ruusbroec, VANDEN BLINCKENDEN STEEN, p.32, v13-16.

Hartelijk dank voor het bezoek aan onze webstek !

Wie het apostolaat van de vereniging op prijs stelt en wil steunen,
kan dit via een storting op haar bankrekening: BE63 0018 9649 6308

Onze website maakt geen gebruik van cookies, wij willen geen inbreuk doen op uw privacy.