De onuitsprekelijke zoetheid van het gelukzalige leven, het lezen zoekt het, de meditatie vindt het, het gebed vraagt het, de contemplatie smaakt het. Guigo de Kartuizer, De ladder van het Paradijs. |
Zesendertigste editie
Je kan de uitzending via deze webpagina van Radio Maria herbeluisteren.
Je zal een keuze moeten maken voor een van de uitzendingen.
Op de pagina van je keuze vind je na een korte omschrijving onderaan op die pagina
de mogelijkheid om de podcast te herbeluisteren.
Programma "Mystieke Lectuur" presenteert sterke en diepe teksten van heiligen en van mystieke auteurs voornamelijk over de intieme (gebeds)relatie met God; Pareltjes vanuit onze rijke schat aan Christelijke spirituele traditie.
Welkom beste luisteraars. In deze uitzending gaan we een nieuwe serie aanvatten waarbij we specifiek ons zullen richten op het gebed...
We sluiten met ons programma Mystieke Lectuur steeds nauw aan bij onze menselijke zoektocht naar de zin van ons leven in het licht van de intense liefdesband die God met ieder van ons mensen verlangt te hebben. Het is een heel persoonlijke liefdesrelatie die zoals dit in het Hooglied wordt verwoord, en dat eveneens heel intiem is. In de Bergrede bij Matteus vinden we dat deze intimiteit sterk verwoord in een passage waar Jezus het volgende zegt: "Maar als je bidt, ga dan je binnenkamer in, doe de deur dicht, bid tot je Vader, die in het verborgene is; en je Vader, die in het verborgene ziet, zal het je lonen." De intimiteit vraagt een zekere verborgenheid. Maar deze verborgenheid is geen vlucht naar het duister, waar de zonde ons toe trekt. Deze verborgenheid is helemaal niet occult maar in het volle licht van Gods liefde. Door de persoonlijke relatie met God is dit dan ook een intieme relatie.
Van Jezus zelf getuigen trouwens de evangelisten dat Hij zich terugtrok op een eenzame plaats om te bidden, en daar meestal lange tijd geheel alleen bleef. Van de inhoud van Zijn gebed krijgen we eveneens amper iets te horen, tenzij in het Johannesevangelie, waarvan we meer dan het vermoeden hebben dat de auteur sterk mystiek begenadigd was. Dit zich terugrekken op een eenzame plaats, en het feit dat we bijna niet weten hoe Jezus gebeden heeft, laat ons duidelijk zien dat deze relatie niet op de hoeken van de straten thuis hoort.
Niettegenstaande we heel diepgaand zijn ingegaan op deze intieme liefdesrelatie met God bij Ruusbroec, en dat dit m.a.w. spreekt over het gebed, willen we in deze komende uitzendingen speciaal dieper ingaan op die realiteit die we nu eerder bidden of inwendig gebed zijn gaan noemen.
Jawel, vrij uitdrukkelijk neemt onze stilaan dierbaar geworden mystieker zalige Jan van Ruusbroec het woord "Oefening" heel regelmatig in de mond als het gaat over dat inwendig gebed.
In het Middelnederlands heeft dit woord - wat betreft het godsdienstig gebruik ervan - volgende betekenis: eredienst, godsverering; godsdienstige oefening en overpeinzing.
Daarnaast heeft het woord oefening o.a. ook de betekenis van het bewerken van de grond, het aanhoudend behandelen van iets, een bezigheid of werk of ook het aankweken van een vaardigheid.
Ruusbroec spreekt o.a. van inwendige oefeningen, van geestelijke oefeningen, van oefening van minne, van deugdenbeoefening, en moedigt ons aan om met de hulp van Gods genade met inwendige ernst werk te maken van alle geestelijke oefeningen. Deze oefeningen vragen dus wel een duidelijke toeleg van onze kant, deze eredienst is in zekere zin een vaardigheid die we moeten aankweken.
De Heilige Ignatius van Loyola zal later zijn "Geestelijke oefeningen" uitwerken om mensen te helpen de dingen die hij gaandeweg ontdekte over Gods liefde voor anderen toegankelijk te maken. Deze oefeningen, ook bekend als de dertigdaagse retraite laten ook vermoeden dat het een intensiteit en toeleg vergt.
Het woordje bidden kent Ruusbroec uiteraard ook, en hij gebruikt het ook, maar steeds in de zin van een vraag(gebed)- of intersessiegebed. In vele gevallen volgen de woorden bidden en begeren elkaar op in dezelfde zin. We kunnen dit dus eerder vertalen als een "met aandringen vragen, afsmeken en intens verlangen". Hij gebruikt het ook niet uitsluitend in onze relatie tot God, maar ook ten opzichte van andere mensen die we iets willen vragen. Maar als hij over oefeningen spreekt, is dat steeds in de zin van het beoefenen van onze spirituele relatie met God.
Om over dat inwendig gebed of die geestelijke oefeningen dieper in te gaan willen we eveneens bij nog andere ervaringsdeskundigen ons licht opsteken. We gaan dus in deze uitzendingen voor het bidden ons licht opsteken bij de heiligen; bij hen dus in de leer gaan. Hier nemen we het woord heiligen in de ruimere zin! zonder dat ze daardoor altijd door de kerk werden zalig of heilig verklaard, maar ook zij die er alle kans voor maken (maar geen ijveraars hebben gehad die een proces van heiligverklaring hebben doorgeduwd). Toch zullen de meeste auteurs die we in deze edities gaan citeren zalig of heilig verklaard zijn, en dus een kerkelijke bevestiging hebben dat wat ze zeggen betrouwbaar is.
Sint-Paulus richt zich in zijn brieven veelal tot de heiligen van de gemeentes waartoe die brieven bestemd waren. Dit laat ons ook aanvoelen dat we als christenen allen geroepen zijn tot heiligheid. Trouwens, in de mate dat we ons terdege aan Gods wil overgeven en Hem in ons aan het werk laten, geeft God ons de heiligmakende genade.
Met nog een tekstje van Ruusbroec de Wonderbare in het Middelnederlands vanuit onze vorige editie, willen we nog even proeven aan de rijkdom van zijn literatuur.
(Deel III p. 35) Als wij des ghevoelen, dat ons God van binnen gherijnt, soe smaken wij sijnder vrocht ende sijnder spijsen, want sijn gherijnen dat es sijn spisen. Ende 15 sijn gherijnen es intreckende ochte uutvloevende, also als ic hier-vore seide. In sinen intreckene moeten wij te-male sine zijn ; daer leeren wij sterven ende scouwen. Maer in sinen uutvloeyene wilt Hi te-male onse sijn ; daer leert Hi ons te levene in rijcheden van duechden. In zijn intreckende gherinen 20 falieren al onse crachte, ende dan sitten wij onder sine scadue, ende dan es sine vrocht soete onser kelen. Want de vrocht Gods, dat es de Sone Gods dien de Vader in onsen gheeste ghebaert. Dese Vrocht es alsoe grondeloes soete onser kelen, dat wise niet verswelgen en connen, 25 noch verwandelen in ons, maer si verswelcht ende verwandelt ons in Hare. |
Met de volgende edities zullen we heel wat stukjes lezen en bespreken van het boekje dat niet lang geleden in het Nederlands werd vertaald en uitgegeven over het innerlijk gebed. Het boekje "Bidden ... bij de Heiligen in de leer", met als ondertitel "3 weken om te leren bidden" is momenteel nog te verkrijgen via de Ruusbroecvereniging of via Radio Maria. Informatie daarover kan je vinden bij Radio Maria of via de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec vzw.
In zijn voorwoord op dit boekje schrijft Mgr. Koen Vanhoutte, hulpbisschop van het bisdom Mechelen-Brussel het volgende:
Jezus’ volgelingen vroegen hun Meester om hen te leren bidden. Veel christenen verlangen meer te weten over het persoonlijk gebed en wensen er ook in te groeien. Bidden... bij de heiligen in de leer helpt hen goed op weg. Met heel wat aandachtspunten en suggesties wordt een groeipad voorgesteld om stapsgewijs te bewandelen. Als gidsen op die weg komen heel wat heiligen aan het woord. Een rijke bloemlezing uit hun geschriften biedt heel wat stof om kennis en vooral beleving van gebed te stimuleren. Geestelijke schrijvers uit de rijke traditie van de Kerk openen onvermoede perspectieven op de wondere wereld van het gebed. |
Bidden... in de leer bij de heiligen reikt een werkwijze aan met heel wat impulsen maar dringt die niet op. Het boek wil vooral een bijdrage leveren aan ieder die op eigen tempo zijn of haar eigen weg wil ontdekken in het bidden. Goeie reis aan allen die dit boeiend pad verkennen! |
Aldus het voorwoord van Mgr. Koen Vanhoutte.
Een eerste auteur die we aan het woord laten over het innerlijk gebed is Lodewijk van Granada. Hij is afkomstig van een zeer arme familie, maar beschermd door de groten. Lodewijk van Sarria (wat zijn eigenlijke familienaam was) zal bij de Dominicanen binnentreden op 20-jarige leeftijd. Hij zal een heel voorbeeldig religieus zijn in verschillende kloosters in Spanje en daarna zelfs in Portugal waar hij naartoe gestuurd werd. In de gouden eeuw dient zijn "Livre d'Oraison et méditation" (in 1554 uitgegeven) als handboek bij uitstek.
Luisteren we nu naar een aantal kernachtige omschrijvingen die Lodewijk van Granada ons doorgeeft over het gebed in zijn boekje over het innerlijk gebed en de meditatie.
"Bidden is en een opheffen van ons hart tot God, waardoor we ons aan hem hechten, en één zelfde iets worden met hem. | |
Bidden is een opstijgen van de ziel boven haarzelf en al wat geschapen is, om zich met God te verenigen en te verzinken in deze zachte en oneindige oceaan van liefde. | |
Bidden voor de ziel is het verblijven in de aanwezigheid van God, terwijl God verblijft in haar aanwezigheid. Hij die haar aankijkt, en zij die Hem aankijkt. Dat zicht is veel rijker en vruchtbaarder dan het schouwspel van alle sterren van de hemel... | |
Bidden is een Pasen voor de ziel... | |
Bidden is een heilzaam geneesmiddel voor de zwakheden van elke dag, een heldere spiegel waarin we God, de mens en alle dingen zien..." |
We blijven even stilstaan bij enkele van deze kernachtige zinnen van Lodewijk van Granada. Ze zijn namelijk te mooi om ze zomaar vluchtig aan ons te laten voorbij gaan.
"Bidden is en een opheffen van ons hart tot God, waardoor we ons aan Hem hechten, en één zelfde iets worden met Hem. |
Ons hechten aan God, en één zelfde iets worden met Hem, zegt heel mooi hoe intiem en hecht die verbondenheid is met God waartoe we worden geroepen en waartoe we bestemd zijn. Als we de kracht van die woorden tot ons laten doordringen, zullen we ten volle begrijpen dat het bidden geen loutere formaliteit is, maar iets dat grondig ons tot in het diepste van ons menselijk leven raakt en beweegt.
Omdat de realiteit waarover we het hier hebben zo onbeschrijfelijk is, moeten we alles in het werk stellen om er toch maar enige glimp van te laten oplichten. Luisteren we naar zijn volgende beschrijving:
Bidden is een opstijgen van de ziel boven haarzelf en al wat geschapen is, om zich met God te verenigen en te verzinken in deze zachte en oneindige oceaan van liefde. |
Dat "opheffen van ons hart tot God" of zoals het hier wordt gezegd: "een opstijgen van de ziel boven haarzelf", is duidelijk iets dat we zelf niet kunnen bewerken uit eigen krachten. Wij kunnen niet boven onszelf klimmen zonder dat God met zijn genade dit tot stand brengt; zonder dat Hij ons boven onszelf uittrekt. Het doel hiervan is namelijk om ons te verenigen met God en ons te laten wegzinken in die zachte eindeloze oceaan van Zijn liefde. Ruusbroec heeft het ons op meerdere plaatsen in zijn werken op het hart gedrukt dat ieder bedrogen is die daar op eigen krachten denkt te kunnen geraken.
Een ander beeld dat eveneens over dit opstijgen boven onszelf door o.a. Jan van Ruusbroec wordt gebruikt, is dat men zich moet funderen in de bodemloze afgrond (een grondeloes abys) die God is, of m.a.w. die ook zijn liefde is, want God is liefde. Zich in volle vertrouwen totaal overgeven aan God, geeft het gevoel van zich in een bodemloze afgrond laten wegzinken waarin men nergens op te pletter kan vallen gezien Gods liefde grenzeloos is. Het houdt eveneens in dat men geen andere zekerheid of houvast mag hebben of zoeken buiten God zelf, gezien dit hier niet mee kan samengaan. Eens men zich in die grondeloze afgrond heeft gefundeerd, mogen we geen ander houvast zoeken, want dan kan zelfs het minste grasje waaraan men zich zou willen gaan vastklampen zware verwondingen teweeg brengen...
Luisteren we nu naar zijn volgende beschrijving:
Bidden voor de ziel is het verblijven in de aanwezigheid van God, terwijl God verblijft in haar aanwezigheid. Hij die haar aankijkt, en zij die Hem aankijkt. Dat zicht is veel rijker en vruchtbaarder dan het schouwspel van alle sterren van de hemel... |
Bidden is een wederzijds verblijven van God in de mens en de mens in God. In het Evangelie volgens Johannes zien we regelmatig dit thema aan bod komen. In Johannes hoofdstuk 17, vers 21 zegt Jezus: "Zoals U, Vader, in Mij bent en Ik in U, zo moeten zij in Ons zijn, ..." Het gaat over een innige verbondenheid met God. Maar de woorden zeggen niet voldoende, want die innige verbondenheid is eveneens een elkaar aankijken, of zoals het zien van God "van aangezicht tot aangezicht" dat van alle tijden verlangd en gezocht wordt door de mens (maar nog veel sterker verlangd wordt door God zelf). De ervaring daarvan is zo kostbaar dat er geen rijker en vruchtbaarder schouwspel bestaat hier op aarde, noch in het heelal.
Vervolgens leert Lodewijk van Granada ons het volgende korte zinnetje:
Bidden is een Pasen voor de ziel... |
Pasen betekent een doorgang, de doorgang door de Rode Zee bijvoorbeeld; van de slavernij naar de vrijheid. Veel meer nog is het de doorgang van Jezus door de dood heen naar het ware leven. Het is een doorgang die voor ieder van ons is bereid door Jezus' kruisdood en verrijzenis.
In zijn brief aan de Romeinen schrijft Sint-Paulus daarover: "Weet u niet dat wij door de doop, die ons één heeft gemaakt met Christus Jezus, delen in zijn dood? Door de doop in zijn dood zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij, zoals Christus door de macht van zijn Vader uit de doden is opgewekt, een nieuw leven zouden gaan leiden."
Ten laatste hoorden we:
Bidden is een heilzaam geneesmiddel voor de zwakheden van elke dag, een heldere spiegel waarin we God, de mens en alle dingen zien..." |
Bidden heeft dus genezende kracht om stand te houden bij de moeilijkheden en om onze zwakheid te overwinnen. We krijgen er een andere blik door op God, op onzelf en op de dingen rondom ons. We kijken met andere ogen, met de ogen van God. We worden daardoor milder en barmhartiger omdat we beseffen hoe zwak we zelf zijn en hoezeer we van God afhangen. Dit inzicht verlamt ons echter niet, in tegendeel het zet ons aan om op Gods kracht voort te gaan en niet louter op onze eigen krachten.
Om echt te weten wat bidden is, kunnen we dus best bij de heiligen in de leer gaan. Het zijn, zoals we het nu makkelijk zeggen: "de ervaringsdeskundigen" die ons de weg kunnen tonen die ze zelf hebben ontdekt en bewandeld. Zij kennen de weg, niet alleen met al zijn verrassingen en uitdagingen, maar ook met al zijn ontdekkingen, verwonderingen en vreugden.
We lezen nu een stukje van Robert de Langeac, uit zijn werk: La vie cachée en Dieu (of "Het verborgen leven in God").
Bij het begin van het innerlijk leven, is het verlangen naar God zwak. Het is iets dat gedempt is, dat we amper kunnen waarnemen. De ziel ervaart een geheimzinnig en zacht onbehagen dat ze niet nauwkeurig kan omschrijven. Ze voelt zich in het intiemste van haarzelf bewerkt. Ze weet niet precies waarom. Gods liefde is aan het werk in haar hart, maar zoals een vuur dat gloeit onder de as ... |
Augustin Delage, zoals Robert de Langeac genoemd werd in de wereld voor hij ingetreden is, werd geboren in 1877 en overleed in 1947. Hij was professor en Geestelijk Directeur in het seminarie van Limoges. Hij was een vurig schrijver, door de meesters van de Karmel opgevoed, maar tijdens zijn leven miskend.
Beste luisteraar, wellicht herken je dat geheimzinnig onbehaaglijk en subtiele gevoel, dat vuur dat verborgen onder de as gloeit... De woorden die je hier hebt gehoord, zijn niet toevallig in je oren gevallen: ze zijn er om je van dat onbehagen te genezen, om dat vuur te bevrijden, om uw Christelijk leven te laten groeien, om je de vreugde te geven tot het einde te gaan in dat verlangen dat de Heer in je hart heeft geplaatst naar Hem.
"Zie ik sta voor de deur en ik klop, zegt de Heer. Als iemand mijn stem hoort en opendoet, zal Ik bij hem binnenkomen, Ik zal mijn maaltijd met hem nemen, en hij met Mij..." Dit is een welbekende passage uit de Apocalyps hoofdstuk 3, vers 20. Maar hoe moeten we dan wel voor Hem opendoen? Velen zouden dat maar al te graag doen, maar kunnen het gebed niet beleven. Gedurende de komende uitzendingen gaan de heiligen ons stap voor stap een nieuwe toegang helpen ontdekken tot het Christelijk leven, een nieuwe toegang die voor velen onder ons ongrijpbaar lijkt.
Laten we nogmaals herhalen hoe belangrijk het is voor het bidden om een rustige plek te hebben waar we zo min mogelijk gestoord kunnen worden. Jezus raadt ons in zijn Bergrede aan om u in uw binnenkamer terug te trekken en daar te bidden: "En jij, als je bidt, trek je terug in je kamer, sluit de deur achter je en bidt tot de Vader die daar is, in het verborgene; en jou Vader die in het verborgene ziet, zal het je vergelden." (Mt. 6, 6)
Concreet betekent dat ook dat ik het beste moment van de dag en de beste plaats zoek om alleen te zijn met de Heer. Het kan in mijn kamer zijn, of op een rustige plaats, in een kerk of in de natuur, staand, gezeten of geknield, ... En als ik werkelijk verlang hier werk van te maken besluit ik om dagelijks een afspraak te maken met de Heer. Een afspraak die ik desnoods inschrijf in mijn agenda zoals mijn andere afspraken, om ze zeker niet uit het oog te verliezen, en ze eveneens hierdoor te beschermen opdat ze niet zouden worden ingepalmd door iets anders.
Hoeveel tijd moet ik daarvoor vrijmaken elke dag? "Je zal de Heer uw God beminnen met heel je hart, met heel je ziel, met heel je geest!" zegt ons Jezus in het Evangelie volgens Matteus hoofdstuk 22, vers 37. Vierentwintig uur op vierentwintig is dus eigenlijk het antwoord. Maar daarvoor begin ik met Hem dagelijks bijvoorbeeld een kwartiertje van mijn tijd expliciet voor te behouden om te bidden. Als het binnen mijn mogelijkheden ligt, en ik het verlang, kan ik die tijd natuurlijk verlengen, maar aan dat kwartiertje zal ik in ieder geval waken dat er niet aan geraakt wordt.
Bij elke stap die we in deze edities zullen zetten, stellen we twee soorten van teksten voor die ontleend zijn aan de grote christelijke spirituele traditie:
Teksten om te verstaan: deze teksten leggen het bidden stap voor stap uit. Ik lees ze langzaam, maar aarzel niet om mijn lezing of mijn gedachten daarover te onderbreken als de tekst in mij een zekere ingetogenheid opwekt, die me het verlangen geeft om heel eenvoudig daar te blijven met de Heer.
Teksten om ons te bezinnen: deze teksten zijn minder bedoeld om te begrijpen dan wel om bewust te worden van de grote liefde van God voor mij. Daarom laat ik ze langzaam tot mij doordringen, in het besef dat God me doorheen die teksten wil aanspreken. Ja eveneens zal ik hier de lezing onderbreken van zodra een zekere innerlijke stilte me er meer over te leren heeft dan het lezen en de meditatie. Dan stop ik en blijf in Gods aanwezigheid.
Dat is alles.
We hernemen even enkele van de aansporingen die we in deze editie reeds hebben gehoord:
Bidden voor de ziel is het verblijven in de aanwezigheid van God, terwijl God verblijft in haar aanwezigheid. Hij die haar aankijkt, en zij die Hem aankijkt. Dat zicht is veel rijker en vruchtbaarder dan het schouwspel van alle sterren van de hemel... Bidden is een Pasen voor de ziel... Bidden is een heilzaam geneesmiddel voor de zwakheden van elke dag, een heldere spiegel waarin we God, de mens en alle dingen zien..." |
"We zijn geschapen in gebed, en zijn daardoor eveneens geschapen om het bidden."
Dat is misschien een gewaagde uitspraak, die wat uit de lucht gegrepen kan overkomen. Waar komt zulk een uitspraak dan wel vandaan? We gaan dit proberen te ontdekken aan de hand van enkele teksten die ons beter zullen helpen te verstaan wie we eigenlijk zijn, en wat God met ons voorheeft.
In een van de meest gelezen boeken uit de middeleeuwen antwoordt Willem van Saint-Thierry het volgende:
Bidden is de genegenheid die de mens ervaart voor God als hij zich aan Hem hecht; het is als een heilig en huislijk gesprek met Hem, een rustpauze van de geest terwijl die zijn licht ontvangt, terwijl Hij geeft dat we (van) Hem kunnen genieten, zo lang Hij het ons toestaat. |
Willem van Saint-Thierry was afkomstig van het toenmalige bisdom Luik, en werd Abt van de Benedictijnerabdij van Saint-Thierry in de Marne in Frankrijk. Hij was zeer goed bevriend met Sint-Bernardus van Clairvaux, van wie hij eveneens zijn biograaf was. Willem was theoloog en mystieker, en (na een vijftiental jaar Abt te zijn geweest van de Abdij van Saint-Thierry) trad hij in als gewone monnik in de Abdij van Signy dat tot de hervorming van de Cistercienzers behoorde. Het stukje dat we net hebben gelezen is genomen uit de brief van Willem van Saint-Thierry aan de kartuizers van de Mont-Dieu, een klooster eveneens in de Franse Ardennen.
Met Theresa van Avila die zeker Willem van Saint-Thierry gelezen heeft, vervolledigen we:
Naar ik meen is inwendig gebed niets anders dan het omgaan met een vriend : je weet je door Hem bemind, je bent vaak (in een intiem onderhoud) met hem alleen. |
Het tekstje van de Heilige Theresa van Avila komt uit het achtste hoofdstuk van haar Autobiografie, vertaald in het Nederlands als "Het boek van mijn leven" en uitgegeven bij Carmelitana.
Theresa van Avila moet ik wellicht niet zeer veel inleiden. Ze is nog steeds in zeer ruime kringen bekend. Ze was samen met Sint-Jan-van-het-Kruis de grote hervormster van de Spaanse Karmel. Een hervorming die ze begon in 1560. Ze was toen +/- 45 jaar oud. De hervorming werd gekenmerkt door een terugkeer naar de oorspronkelijke en traditionele afzondering en gestrengheid. Haar geschriften, zeer eenvoudig en spontaan, bespreekt alle stadia van het innerlijk leven. Haar invloed zal enorm groot zij op de explosie van de mystiek in de Spaanse gouden eeuw. Ze zal de eerste vrouw zijn die in de Kerk werd uitgeroepen tot kerklerares.
Volgende keer hernemen we wat diepgaander de twee antwoorden van Willem en van Theresa op de vraag wat het bidden eigenlijk is, en gaan we verder op onze verkenningstocht om te kunnen inzien wat het wil zeggen dat we geschapen zijn in gebed, en dus eveneens geschapen zijn om het bidden.
De tekst die we hebben voorgelezen komen voor een deel uit een werkje van Pater Max de Longchamp, "Oraison à l'école des Saints", vertaald als "Bidden... bij de Heiligen in de leer". Het is een bescheiden poging om enkele belangrijke aspecten van onze hoge roeping en ons groot liefdesavontuur met God te proberen verwoorden en verstaanbaar te maken voor eenieder.
Wenst u deze teksten graag nog eens rustig achteraf door te nemen, dan kan je via de website van Radio Maria de link vinden naar de uitgeschreven versie van deze uitzendingen. U kan ook steeds deze uitzendingen herbeluisteren via de internetpagina Mystieke Lectuur op de website van Radio Maria.
Het boekje "Bidden, ... bij de heiligen in de leer" kan eveneens worden besteld via Radio Maria of via de Vereniging zalige Jan van Ruusbroec. Het kan een mooi geschenk zijn voor mensen die jullie dierbaar zijn en die jullie willen helpen op deze weg van heil.
_____________
U luisterde naar het programma Mystieke Lectuur, waar we deze keer stil zijn blijven staan bij een zeer belangrijk aspect van ons mens-zijn, namelijk "Het innerlijk gebed, onze eenheid en verbondenheid met God, of nog anders gezegd: onze geestelijke levensweg."
Tot de volgende keer!
Vorige | Inhoud | Volgende |
| |||
Jan van Ruusbroec, VANDEN BLINCKENDEN STEEN, p.32, v13-16.
| |||
Hartelijk dank voor het bezoek aan onze webstek !
Wie het apostolaat van de vereniging op prijs stelt en wil steunen, Onze website maakt geen gebruik van cookies, wij willen geen inbreuk doen op uw privacy.
|